woensdag 23 juni 2010

Au travail!

Ik ben hier dus niet op congé...!

Tijdens de eerste week hier in Batouri, toen zusters Lieve en Liesbeth hier nog waren werden we met vieren rondgeleid in de Centre de Santé door ons aller "Ma Do" (Maman Dorothee, een titel van respect). Het was niet nodig geweest haar voor te stellen want ik herkende haar direct van de foto's van onze Gert toen hij hier voor de eerste keer kwam. Dorothee dus, een super straffe madam, maar daar kom ik later op terug.
Eerst de Centre de Santé. tja, een gezondheidscentrum dus. In heinde en verre niet te vergelijken met een hospitaal of verzorgingshuis van bij ons te vergelijken. Daarentegen wel broodnodig hier en zeer goed werkend. t Suz kan en mag absoluut fier zijn wat er hier gerealiseerd wordt en hoe dit centrum goed funcioneert. Absoluut mee haar grote verdienste, al moet ook absoluut gezegd dat het personeel uiterst gemotiveerd en betrouwbaar is. Stuk voor stuk fijne mensen die ik dus elke dag beter leer kennen want de Centre is sinds maandag 14 juni mijn vaste werkplek. Na 1 proefdag op woensdag 9 juni was de kogel door de kerk en werd ik door Dorothee (Doro) goedbevonden als haar assistente. Vanaf het eerste moment klikte het tussen ons. Zeer fijn! Al heeft ze me daarom zeker niet gespaard. Meteen van dag 1 werd ik ondergedompeld in het volle leven van de Centre.
"Het leven zoals het is... Centre de Santé Catholic Batouri" deel 1
Waar het op neerkomt is dat ik opgeleid word om de stock Pharmacie op te volgen en om de leveringen aan de 'Paharmacie Distribution' en 'Pharmacie Garde' van de Centre aan te vullen en hen medicatie te leveren na bestelling. Een dagelijkse bezigheid.
Stel je voor, een absolute leek qua medicatiekennis (heb ik ooit al 3 verschillende pilletjes op een rij gezien?) en alles in het Frans. Mijn hoofd heeft enkele dagen afgezien want Doro ging ervoor. Ik zou het snel onder de knie hebben en snel haar rechter hand worden! Ondertussen mag ik van mezelf toch al zeggen dat het me al aardig lukt. Doro is wreed content ;-) Zo overtuigd zelfs dat ze opperde om me tijdens de 3 weken vakantie (begin juli) van Honorine, onze apothekeres, haar taak te laten overnemen?! Maar wat doe je dan als je wat meer uitleg moet geven over een bepaald medicament, bovendien nog in het frans of misschien in Fufunde tegen een Bororo...?
Allee, genoeg vertrouwen dus en veel contentement over mijn hulp maar ze moeten nu ook weer niet overdrijven hé :-)
Vandaag hebben t Suz, Dorothee en ik echter even besproken dat ik voortaan niet zal werken in de Centre op donderdag-, vrijdag- en zaterdagnamiddag. Zodat ik voor mezelf wat tijd heb om aan mijn naaimachine te zitten. Mijn eerste stuk is trouwens klaar sinds vandaag: een echte afrikaanse panje volgens het patroon van t Suz haar panjes (designed by mijn MAMA!).

Un jour de travail
t Suz & Zuster Frieda staan dagelijks om 5u op voor het gebed en gaan aansluitend om 6u15 naar de eucharistie.
Mijn pogingen om om 6u op te staan en eerst een halfuurtje te mediteren, vallen meestal in duigen. 6u45 lukt wel om aan de dag te beginnen. Even na zevenen gaan we met z'n allen aan tafel en eten we echt frans brood met nog steeds de lekkere Belgische kaas die de zusters meebrachten (een hele bol!)
Tegen 8u tenlaatste vertrekt t Suz naar de Centre. Ik heb ondertussen al door dat Doro dan nog niet gearriveerd is omdat ze 's ochtends al naar de markt gaat, haar huishouden in orde brengt en klaarstaat voor gezin en familie. Na het ontbijt mediteer ik dus een halfuurtje, vul ik mijn drinkbus en stap ik naar de Centre, de buren.
Tot 13u zijn we druk in de weer. Ik onder andere om te leveren aan de pharmacie distr., nadien stock-fiches in te vullen en wanneer Zypora van het onthaal langs komt haar het nodige kleingeld te wisselen. Tussendoor zijn er duizendeneen kleine dingetjes en het ene bezoek na het andere. Zodra de deur van t Suz's bureau openstaat, passeert de ene na de andere. t Suz, Doro en ik zitten met drie in 2 kleine kamertjes van maximum 4 op 4. De voorste kamer met venster is het bureau, de tweede kamer is vanaf nu mijn rijk, de stock pharmacie (zonder venster).
Tijdens de middag gaan t Suz en ik over huis om te komen eten ('s middags en 's avonds warm eten). Na een uurtje gaan we weer aan de slag. Tegenwoordig eten we 's middags met een hele groep, ook Dr. Tsafack en enkele medewerkers van het project waartoe de Centre behoort, wij 3 belgen en de 2 zonen van de dokter.
De namiddag is wat korter al hebben we tijdens "mijn opleiding" geregeld doorgewerkt tot 17 à 18u. Dat was wat teveel, maar nu gaat het dus beter en kan ik tussen half vier en vier stilaan huiswaarts keren om wat te rusten of te naaien. Dat doet me echt goed! Morgen dus een ganse namiddag voor mezelf. Ik kijk ernaar uit!
Om 19u schuiven we nog eens aan tafel, dan is het zoals 's morgens met ons vijfjes. Wij drie en de 2 zonen, Hervé en Erico.
Na het avondeten alles opruimen, het eten van de wachters klaarzetten, de flessen water terug vullen aan de filter, alles klaarzetten voor het ontbijt van de volgende dag; gekookt water, tafel dekken,...
En dan ofwel nog wat babbelen, zelden eens wat tv kijken (al interesseert me dat echt niet, maar de zusters kijken soms naar het franse nieuws) of ons wat terugtrekken op onze kamer; lezen, naaien, mailen, yoga...
De avond is zo voorbij want meestal is ten laatste 22u het moment om onder het muskietennet te kruipen. Het warme weer, het vele werken en de nieuwe omgeving eisen voldoende rust. Het valt me soms moeilijk daar evenwicht in te vinden, vooral omdat ik wel gesteld ben op wat tijd voor mezelf. Ondertussen merk ik dat het bijna 22u is. Gauw spring ik dus onder de douche om verfrist te kunnen gaan slapen. Laten we hopen dat het vannacht nog eens stevig regent zodat we kunnen genieten van een koele nacht.

Bonne nuit à tous!
et à la prochaine...

hou jullie vooral niet in jullie belgische verhalen te vertellen ;-)

maandag 21 juni 2010

Comment ça se passe?

Les impressions…
En het begon met een afrikaanse mis op sacramentsdag in de kathedraal van Batouri vlak over ons huis.
Het type mis met nog heel veel misdienaars en helpers en voorgangers en lectoren en een priester in een opvallende stola, het grote werk dus. Dat moet geleden zijn van in mijn kinderjaren. We zijn maar net op tijd en schuiven redelijk achteraan een rij in, een bank vol blanken dus. Toch zijn we lang de laatsten niet. Tot meer dan halverwege de eucharistieviering schuiven er nog steeds mensen bij op de banken. Blijkbaar een van de verklaringen waarom een misviering in Afrika zo lang duurt, omdat de mensen van ver komen en het dus voor een uurtje of drie kwartier niet de moeite is om af te komen. Maar ook om wat later te kunnen arriveren en toch nog een deel van de mis mee te kunnen meemaken. Iets meer dan 2 uur, een record!
Terwijl we binnenkomen wordt de marimba bespeelt (Afrikaanse xylofoon) nadien zet het koor in. Meteen de enthousiaste Afrikaanse toon gezet. Al blijft het al bij al nog ingetogen. T Suz zegt dat in Congo de missen veel uitbundiger zijn. Deze is alleszins al heel wat levendiger dan bij ons. Tijdens de preek betrekt de priester – père Robert, congolees – de kerkgangers door hen vragen te stellen. Na de mis loopt er zelfs ter gelegenheid van sacramentsdag een processie door de stad.
Ik weet niet goed wat ik er allemaal van moet vinden. Anders dan bij ons. Beter? Geëngageerder? Toegewijder? Geloviger? Belerender? …?

Batouri is echter een smeltkroes van culturen. De meerderheid zijn moslims. Verder zijn hier ook protestanten en aanhangers van de meest uiteenlopende kerken, full gospel, zionist church,… ik ken de namen niet meer in ’t Frans. Bovendien leven hier in het Oosten ook de Baka of pygmeeën en zien we hier heel veel Borroro’s, vroeger een nomadenvolk dat vanuit Oost-Afrika tot in Kameroen is gekomen en zich hier stilaan begint te settelen. Ze zijn makkelijk herkenbaar want ze hebben heel ander gelaatstrekken, geen typisch negroïde neus maar scherper en ook lange en slanke mensen. Een Nijlvolk, zo blijkt. Ze spreken Fufundé, een taal die hier niet gekend is en ze zijn het Frans vaak helemaal niet machtig. Velen komen naar de Centre de Santé voor verzorging maar dat blijkt toch helemaal niet altijd zo makkelijk door het taal- en cultuurverschil.

Batouri is een echte afrikaanse stad(je). Geen asfaltwegen. al wordt er hier eindelijk wel aan 1 gewerkt en is die sinds we hier gearriveerd zijn al aardig opgeschoten. maar dat neemt niet weg dat alle andere wegen vol putten en bulten zitten die met de hevige regens nog verder uitslijten. een belevenis met de 4x4!
We zijn hier in het Oosten van het land gesitueerd en dat wil zeggen dat het hier veel armer en meer basic is dan bijvoorbeeld in Douala of Yaounde. De mensen wonen in kleine zeer vaak armtierige huizen en beschikken vaak niet over lopend water en electriciteit. Al is Batouri wel een plek van tegenstellingen want bijvoorbeeld de werknemers van de Centre de Santé zijn wel mensen die vooruit willen en er ook hun best voor doen. Ze werken na hun vaste job nog hard op hun veld om groenten en fruit te verbouwen of ze verkopen nog producten op de markt.
De markt hier doet me terugdenken aan Senegal & Gambia, mijn eerste reiservaring in Afrika. Niet te vergelijken met bij ons. Een wirwar van kraampjes die dagelijks volgeladen worden en bij zonsondergang weer verlaten worden. Een afrikaans openlucht warenhuis. Alles te vinden, zij het dan zeker niet in luxe uitgave. Ik ben er nog maar een keer geweest om de studente, die bij t Suz woont tijdens het schooljaar, te vergezellen bij de aankoop van enkele nieuwe rokken en T-shirts. Ze wordt in Djouth (haar thuis) voornamelijk opgevangen door Poolse zusters. Haar ouders zijn beiden gestorven, waarschijnlijk aan de "wereldziekte". Deze zusters willen dat ze "ordentelijk" gekleed gaat. dus stuurde t Suz me op pad om met haar te gaan 'shoppen'. Met een puber! vergezeld door haar vriendinnetje. Wat een attractie op de markt en de prijzen swingden de pan uit. Eens een blank vel gesignaleerd worden de prijzen verdrie- soms viervoudigd. Degoutant! ik ben ook niet zo'n gedreven marchant. Soit, we hebben het overleefd. Edwige was precies toch content met haar nieuwe aanwinsten en ik hoopte maar dat de aankopen zouden voldoen aan de zusters hun standaard... Het geld dat t Suz ons gegeven had was allemaal op. Blijkbaar niet de bedoeling maar nodig om met het gevraagde aantal stuks thuis te komen. Goed in't zak gezet dus.

Les rencontres…
Terwijl de uitgebreide delegatie Belgische zusters hier is, dringt natuurlijk een bezoek aan de bisschop zich ook op. Wij wonen in de “katholieke quartier” van Batouri. (eens wat anders dan de Quartier Latin van Antwerpen) Over ons de kathedraal, daarnaast de parochiezaal en via een doorweg kom je bij de bisschopswoning en de kantoren en vergaderzalen er rond. Verwacht geen Vaticaanstadachtige taferelen. Alles zeer Afrikaans, nobel, sober maar met de nodige katholieke flair. Voor mij nog altijd een speciale leefwereld maar het hoort erbij als je tante nonneke komt helpen.
De bisschop dus. Monseigneur Faustin. Het is hij, of zijn discipel eigenlijk, die me mijn “certificat d’herbergement” maakte voor de aanvraag van mijn visum. Een uitnodiging die ik nodig had om te bewijzen waar ik 3 maanden zal verblijven, aangezien ik geen hotelboeking of dergelijke kon voorleggen. Het is een statig man die langzaam en gedecideerd spreekt. Hij heeft, denk ik, het hart op de juiste plaats en wil voor zijn gelovigen en de andere inwoners van Batouri een goede gezondheidszorg en degelijk onderwijs. De prioriteiten voor het bisdom zijn sensibilisering en onderricht. En natuurlijk graag ook nieuwe zielen werven en hopen op meer roepingen in Batouri, bij uitbreiding Kameroen. (wat er in België/Europa niet meer gerecruteerd kan worden, hopen ze in Afrika op de been te krijgen zeker?)

Batouri heeft natuurlijk meerdere katholieke kerken. Père Toussaint is priester van de naburige parochie Saint-Martin. Een uiterst joviaal man, goedlachs en congolees. Een goede vriend van t Suz, maar ja wie nu ook niet? :-)
Hij komt hier geregeld eens langs of schuift mee aan tafel en ondertussen zijn we al enkele keren bij hem uitgenodigd om te komen eten. Onlangs stond er schildpad op het menu, hier voor sommigen een delicatesse, voor anderen een taboe. t Suz likte haar duimen en vingers af. Ik ben hier al bekend als de vegetarienne die ook soms vis eet. Oef! Gelukkig gered van dit avontuur.

Nog een uiterst interessant persoon is Docteur Zafack. Ook een persoonlijke vriend van t Suz. Coördinerend dokter van de centres de Santé in Oost-Kameroen. Hij woont met zijn familie in Yaounde maar verblijft het gros van de tijd hier in Batouri. Zijn vrouw, Colette, is docente aan de normaalschool in Yaounde. Samen hebben ze 5 kinderen; Vanessa & Arsène, de tweeling (18) en enige meisjes, dan Patrice (15/16), Hervé (13) en Erico (10), de junior. Momenteel zijn de 2 jongsten meegekomen naar Batouri en logeren ze al een hele week bij ons. Wanneer Colette na de examens en de afsluiting van het schooljaar naar Batouri komt, zal de familie herenigen in het huis van de dokter. De 3 oudsten blijven echter in Yaounde. De meisjes voor hun universiteitsexamens die langer duren en zelfs eentje voor tweede zit. De ene studeert rechten de andere talen. En Patrice bereidt zich met testen en ‘concours’ voor op de universiteit. Hij behaalde zijn staatsdiploma van de humaniora (A2 zeker, of wat is dat bij ons?)

woensdag 16 juni 2010

Soyons nous bienvenues

Chers amis,

Waar zal ik beginnen?
Ondertussen zijn we bijna 2 weken verder.
Ik heb vandaag in de Centre de Santé (C.S.) gewerkt en ben vroeg thuis omdat er momenteel vergadering is met de coördinateur. Geen vergaderingen voor mij deze 3 maanden, de personeelsvergadering in het Cultureel Centrum van Aartselaar heb ik deze morgend ook aan me voorbij laten gaan. ;-)
Hier zit ik dus. Eindelijk achter mijn computer (mag de tweede van Zr. Frieda lenen om mijn blog bij te houden), op mijn kamertje. Het regent heerlijk buiten.
Nooit gedacht dat ik zo’n fan van regen zou worden. Het is hier warm, heet. De regen koelt dus lekker af. Ik zit wel heel veel binnen maar daar wordt het even broeierig en het duurt nog langer eer de verfrissende koelte onze vertrekken bereikt.
Mijn kamertje; 4 op 5 met een lavabootje en een douche, een kleerkast, mijn bed mét muskietennet - dus bijna zo gezellig als thuis, maar hier alleen in bed :-( -, een schrijftafeltje en een tweede bed dat dienst doet als stockage plek: spullen van t. Suz aangevuld met een deel van mijn bezittingen.
Heel eenvoudig maar gezellig, van mij, beetje ingericht. Een plekje om me rustig terug te trekken tussen mijn leesboeken, tijdschriftjes, yogamat, naaimachine, …
Ik heb zonet een lange broek aangetrokken want met mijn benen onder tafel ben ik een heerlijke prooi voor steekgrage muggen en ander avontuurlijk ongedierte. Het gekke is dat ik er altijd stevige beten aan overhoud vlak na de aanval. Nadien verkleinen ze, kriebelen ze lang en na 5 dagen verdwijnen ze stilaan. Het goede nieuws; kriebelende muggenbeten zijn niet van malariamuggen. Laat maar komen dus! ;-)
Schijnbaar is de incubatieperiode van malaria 2 weken, ik zal het dus vanaf volgende week pas kunnen ondervinden, mocht ik toch al overmeesterd zijn door een stiekemerd. Maar ik neem plichtsbewust 3 maal daags mijn 2 druppeltjes eucalyptus en hoop dus ondertussen zo’n reukkanon te zijn voor de malariamugjes dat ze me netjes met rust laten. On vera…
Tja, mocht er wat zijn, ik zit bij de bron. Ik tel dagelijks dosissen quinine en coartem dus bij een aanval zal ik snel geholpen zijn.

Bon.
Hoe is het begonnen en hoe ben ik hier geraakt?
Jullie zitten vast op een verhaaltje te wachten…

Het allerbegin was de vlucht met Royal Air Maroc, eerst naar Casablanca – Marokko, dan overstappen en verder naar Douala – Kameroen.
Geen enkel probleem, hooguit een halfuurtje vertraging maar alles prima. Tijdens de tussenlanding ontmoet ik een Belg die in Yaounde woont en werkt voor Unesco. Guy blijkt getrouwd te zijn met Lebo uit Botswana. In juli verhuizen ze naar Zimbabwe. Een gezellige ontmoeting en onze verhalen doden de tijd. In het vliegtuig op verschillende plaatsen, scheiden onze wegen. De vlucht is nog niet half bezet dus extra ruimte is een luxe. Een slaapje voor we om middernacht landen verkwikt me. Vol goede moed verlaat ik het vliegtuig en betreed ik Kameroenese grond. Spannend! Een klamme doffe warmte glijdt over me. Douala is heet. De Kameroenese in de Ambassade in Brussel had het me gezegd. Het klopt.
Geen wachtrijen en een snelle paspoortcontrole brengen me al snel in de grote ontvangstzaal waar ook onze bagage op de band rolt. Meteen wordt ik benaderd door 2 bereidwillige Kameroenezen; “dat ik aan deze kant van de band moet komen staan en geef je bagage-ticketje maar,...” Toeval wil dat dit niet mijn eerste vliegtuigreisje is en ik bovendien ook sterk en zelfstandig genoeg ben om mijn bagage uit te zoeken, van de band op mijn trolley te leggen en zelfverzekerd richting uitgang te wandelen. Niet meteen scoren bij de 2 kerels die hoopten een extraatje hieraan te verdienen. Algauw wordt ik begroet door een Kameroenese in douane-uniform; “of ze mijn bagage-ticketje mag zien?” “jij wel”, denk ik bij mezelf, “zolang je me maar geen geld afhandig wil maken”. Niet dus. Als een fluitje van een ‘cefa’ (CFA, munteenheid van Kameroen) loods ik een naaimachine, 2 nieuwe digitale fototoestellen en de rest van mijn bagage mijn nieuwe thuisland binnen.
Gebrand om tante Suzanne te groeten en ontmoeten, rijd ik de grote zaal uit en sta ik buiten, bijna letterlijk op de stoep. Geen nonnetje te bespeuren…???
Enkele snelle Kameroenezen komen ‘la blanche’ een halfuur na middernacht hun nieuwste modellen gsm’s aanbieden, een volgende wil me een telefoonkaart verkopen. Dit alles heb ik echter zelf op zak. Pas de chance, mes amis. Een veiligheidsbewaker komt op me af; “wie ik zoek? En of ik haar best niet even bel?” Geen antwoord… de man vraagt me het telefoonnummer en probeert zelf. Geen reactie. Wacht. Ik heb nog een tweede nummer van t. Suz. “Waar ben je? Ik ben aangekomen. Ik sta buiten bij een veiligheidsbewaker. Binnen? Ik heb je niet gezien!” Luttele seconden later stapt ‘tante nonneke’ het gebouw buiten. “ilsje!!! Welkom!”

Een hete, zonder airco (gelukkig hadden we die op onze sobere kamer bij de paters Spiritijnen in Douala) niet te verdragen nacht later klaar om rond 6u30 te vertrekken naar Yaounde. Vanavond om 16u40 landen zuster overste – Lieve, Missieverantwoordelijke – zr. Liesbeth en nieuwe compagnon voor t. Suz. – zr. Frieda op de luchthaven van Yaounde. Rijden dus.
Als co-piloot ben ik van weinig nut om in de juiste richting de stad te verlaten. Gelukkig zijn we vroeg genoeg vertrokken en begint het mierennest nog maar stilaan in actie te komen. We kunnen dus nog makkelijk manoevreren en onze directie nu en dan bijsturen. Volgens eenieder die op dit vroege uur al op pad is en we de weg vragen, ligt Yaounde in een andere windrichting maar de meesten zijn het wel roerend eens dat het ‘tout droit’ is. Gelukkig herkent t. Suz enkele punten in de stad. Gelukkig want verder geen enkele pijl te bespeuren. Eens de stad uit is het effectief altijd rechtdoor en doorklieven we een mooi groen landschap dat om de enkele kilometers langs de weg bezaaid ligt met huisjes, stalletjes en bedrijvigheid.
Afrikaanse begroeiing die duidelijk vruchtbaarheid weergeeft een teken van voldoende neerslag en goede bodem. Een groot verschil met de Zuid-Afrikaanse savanne en semi woestijn ten westen van Johannesburg. Voorlopig nog geen al te grote shock. Het is dan ook niet mijn eerste keer op Afrikaanse bodem.
Onderweg veel te vertellen, vragen, uitwisselen, … Gezellig die metekind-meter tijd.
Een croissantje als ontbijt onderweg in Edea.
Rond 10u30 arriveren we in Yaounde bij de Paters van Scheut in de wijk Mvolye. Een groot complex met veel slaapmogelijkheid, tuintjes tussen de chalets (per 4 kamers een gebouwtje), vergaderruimtes, een kapel, het hoofdgebouw met de eetzaal. Het lijkt hier een beetje op een religieuze Centerparks Basic (ofte 1 ster* voor het stromend water en de electriciteit). Vanop het hoogste balkon in het achterste gebouw is er een mooi zicht over Yaounde. Mvolye ligt op een heuvel net ietsje lager dan de basiliek van Yaounde. Een Scherpenheuvelgevoel overvalt me.
We zijn heel goed op tijd gearriveerd. Tijd om de 4x4 uit te laden en uit te kuisen. Overal stof! Het heeft dus nog niet genoeg geregend. ’s Middags eten we met de Paters. Het zijn er veel want momenteel is er meeting met alle paters uit Kameroen en Senegal. We ontmoeten onder andere Jan Reinebeau die werkzaam is in het Noorden van Kameroen en waarbij Gert en Veerle (mijn broer en schoonzusje) op bezoek gingen tijdens hun trip doorheen West-Afrika. Hij is meteen geïnteresseerd en vraagt me naar hen. Ook père Toussin, de priester van de naburige parochie in Batouri is nu hier in Yaounde. Een congolees met een roeping in Kameroen.

Na een deugddoende siesta, tesamen in het dubbel bed met t. Suz maken we ons klaar om de 3 zusters te gaan ophalen in de luchthaven Nsimalem. We doorkruisen Yaounde, een bruisende, levendige stad. Niet zo westers als Johannesburg, verre van. De moto’s zijn hier een attractie. Niet zo luidruchtig als bij ons, daarentegen wel ongekende waaghalzen… ongeloofelijk en best heel onvoorspelbaar voor de rest van het verkeer. Over het algemeen vallen de straten en het wegdek mee, al moeten we nu en dan slalommen voor stevige kraters in de weg. Bij regenweer staan deze helemaal blank en zie je ze niet. Uiterst gevaarlijk! Maar t. Suz zou geen missionaris zijn, mocht ze geen schitterende chauffeur zijn. Minutieus ontwijkt ze alle putten.
In de luchthaven moeten we langer wachten dan voorzien omdat de vlucht bijna 3 kwartier vertraging heeft. Nog wat meer meter-metekind tijd. De laatste in de komende week want dan moet de aandacht verdeeld onder 5.
De vertraagde aankomst is hartelijk en opgelucht. Volgens mij is reizen en bij benadering vliegen niet de favoriete hobby van de zusters…?
Al snel zit de koffer van de 4x4 behoorlijk vol. Later zal blijken wat er allemaal verstopt zit in de zware valiezen van de Belgische nonnetjes.
Bij ons vertrek vanuit Yaounde naar Batouri ontdekken we ook hoeveel we eigenlijk wel te laden hebben; grote, zware valiezen, een rugzak, aankopen voor de C.S., nog veel meer andere spullen… Al snel blijkt dat de koffer eigenlijk veel te klein is. Bij onze terugkeer volgende week zullen we nog heel wat moeten meenemen. Frieda en ik proberen de olifant toch in de frigo te krijgen en puzzelen tot de allerlaatste gaatjes gevuld zijn maar de deur nog net dicht kan. Niet meer bewegen en niet te diep ademen…
Rond 9u, na het grote puzzelwerk, begint de tocht naar Batouri. De reis verloopt vlot. Zoals gezegd is t. Suz een goeie chauffeur. Tot een stuk voor Bertoua hebben we macadam. Dat gaat dus als vanzelf. Onderweg wordt veel verteld. Zr. Frieda en Zr. Liesbeth hebben beiden in Zuid-Afrika missiewerk gedaan. We hebben dus een gemeenschappelijk onderwerp om over uit te wisselen. t. Suz leert ons over Kameroen; gebruiken, volkeren, stammen, talen, plaatsen,… veel om in 1 keer te onthouden maar het zal ons beetje bij beetje wel gaan lukken.
Ettelijke reisuren later met menig hobbel en bobbel tijdens het laatste uur zonder macadam, arriveren we in Bertoua. Deze keer is het niet de neveu maar la niece qui est de retour. Maar het mag gezegd, de aandacht gaat eerder naar la mère générale en la nouvelle accompagnère van t. Suz. We worden hartelijk onthaald en mogen aanschuiven aan tafel. De zusters van Bertoua zijn schatjes! Allen of bijna allen zijn congolese. Ze noemen t. Suz ook ‘tante’ omdat zij vinden dat zij als Belgische tante is van hen congolezen. Mooi om horen en zien.
De ontmoeting is echter heel kort want de reis moet nog verder gezet. Vanaf nu enkel nog slechte weg tot in Batouri. Ooit zal het er van komen dat de goede weg wordt doorgetrokken tot hier maar daar is nog niet iedereen van overtuigd (“we hebben geen auto, dus hebben we ook geen goede weg nodig” …En de bus die wat comfortabeler kan rijden? Al over nagedacht?!) en het geld is er waarschijnlijk ook nog niet. Soit, we moeten er over.
Voor het donker (18u30) en vlak voor de regen arriveren we thuis in Batouri, +- 17u. Applaus voor onze chauffeur!
Het ontvangstcomité staat ons op te wachten.
Christophe de kok, Djana / Jacob de gouden duivel-doet-al, Maman Marie huishoudhulp en tuinierster met haar zoontje Michelle, Edwige de studente, Chamberlin de ex-bewoner.

Soyons nous bienvenues! Een warm en hartelijk onthaal met bloemen voor moeder overste en versieringen in huis.
We zijn thuis.
Nu kan het beginnen…

zaterdag 12 juni 2010

Bien arrivée

bij gebrek aan tijd, internetverbinding en vrije avonduren heb ik tot op heden nog niets kunnen publiceren op mijn blog.
tot op vandaag dus, want het regent! uitgerekend de weersomstandigheid die ik thuis verafschuw, redt me nu voor verdere vertraging en verwaarlozing van publicatie. het moet zo zijn...
als ik spreek over regen, dan bedoel ik niet de miezerige flutneerslag die gemiddeld 9 maanden per jaar uit onze belgische hemelen neerdaalt. ik bedoel dan een stortbui van formaat waar elk zichzelf respecterend wellnessliefhebber aan denkt wanneer hij/zij onder de massagestraal van de ultramoderne jumbojet doucheinstallatie staat.
enfin een victoria fall over de stad, een alles wegspoelende "drash" om het op z'n antwerps te zeggen.
heerlijk! tenminste als je het nu en dan zo warm hebt dat je met heimwee terugdenkt aan onze afgelopen winter. :-)
opgelet! hier gaan we weer, nog niet op volle kracht maar de sluizen zijn weer open.

en tous cas...
ik zit hier dus eindelijk eens aan een (werkende) computer in mvolye een wijk van yaounde waar de paters van scheut hun centrum hebben.
mijn plan is vanaf maandag grondig aan de slag te gaan met uittypen van gebeurtenissen van de eerste week en verder wekelijks te publiceren (naargelang de toegang tot het internet).

superkort samengevat:
alles gaat goed met me.
de eerste week was makkelijk en moeilijk tesamen.
door het bezoek van zuster overste en de missie overste waren we nog een hele week met 5 belgen, dus was de overstap nog niet extreem. een hele week met 5 op stap is echter toch behoorlijk inspannend.
voor het ogenblik zijn tante suzanne (t suz), zr. frieda en ik nog in yaounde. gisteravond hebben we de 2 zusters uitgewuifd op de luchthaven. vandaag was nog een boodschapdag nu we toch eens in de stad zijn. morgenvroeg vetrekken we terug naar batouri.

dus, chèrs amis, "j'espère" dat in batouri alles goed gaat met het internet en er niet te vaak "coupure" van de electriciteit is en dan krijgen jullie zo snel mogelijk mijn eerste indrukken te lezen!

in de hoop dat alles bij jullie goed gaat, wens ik jullie het beste voor de verkiezingen van morgen. laat ze een poepie ruiken!

à bientôt!
je vous embrace très fort