vrijdag 1 oktober 2010

de rest van het verhaal...

de golven op de batouriaanse wateren van het internet heb ik ondertussen lang achter me gelaten, om na enige omzwerving - die episode lezen jullie later nog - voet aan wal te zetten in de stad aan de rustige stroom en kabbelende webverbindingen.
en hoewel dat surfen en bloggen en mailen hier dan toch zoveel vlotter en sneller gaat, vind ik maar niet de moed en de goesting om het achtergebleven hoofdstuk van mijn afrikaanse verhaal af te werken. ondertussen leven we al bijna enkele maandEN later en zeker enkele graden frisser maar nog steeds niet met overtuiging tot het dragen van schoenen. het is moeilijk na 3 maanden 'barrevoets'. op 5 weken tijd draag ik welgeteld 1 week schoenen, worden mijn voeten depri en huilen ze blaren. zolang het kan, krijgen mijn tenen de vrijheid. birkenstock rules! (volgens t suz trouwens ook!)



laten we weer terug in de tijd keren. het lijkt ondertussen al wat onwezenlijk maar ja, de tijd vliegt! maar met wat concentratie en verbeelding lukt het me wel terug te duiken in tijden van zwoele warmte, geurend naar stof en wemelend van drukte in de stad of in de wachtzaal van de centre de santé catholique, Batouri.
ik ben er weer...


toeval of niet, de dag na mijn laatste publicatie op mijn blog (6 augustus), en mijn kleine verzuchting rond het ter plaatse blijven en weinig rondreizen, dient zich een unieke kans aan!
de een zijn dood is de ander zijn brood, of om het op zijn batouriaans te zeggen, de ene haar amöebediarree is de ander haar pygmeeënavontuur...
in de vooravond komen t Suz en zr. Frieda thuis, ik zit nog ijverig stikkend achter mijn naaimachine. ik hoor hen tegen Ndjana zeggen dat ze wegrijden? de auto wordt uit de garage gereden. en dan toch op het laatste nippertje vanuit de woonkamer roepen ze me toe "dat ze naar de zusters van St.-Jean rijden en of ik niet mee wil?" ik loop snel mijn kamer uit, nog gauw de lintmeter op de tafel smijtend en de speld tussen mijn tanden in het afrikaanse textiel duwend, zwier mijn kamerdeur in het slot en loop naar voren.
"?"
"ik kwam de 'engelen' tegen (Soeur Jean-Gabrielle & Soeur Raphaëlle = namen van aartsengelen) en zij vertrekken morgen naar l'est, de brousse in bij de pygmeeën, je kan misschien nog mee...?"
"?" waarbij ik aanvullend denk "...mmm, klinkt precies ni echt slecht..."
allee hop, wij dus naar de zusters van St-Jean om te gaan achterhalen waar de trip naartoe gaat, want met mijn strak werkschema en alle vervangingen die ik mee op mijn rekening neem, zal dat nog niet zo evident worden om er tusenuit te knijpen. de door t Suz verhoopte reis naar Djouth op amper 2 uurtjes rijden van Batouri blijkt het niet te zijn. de franse nonnen menen het serieus met hun familie op bezoek uit europa en willen hen 'all the way' tot het eind van cameroun nemen naar Salapoumbe in het zuid-oosten richting Congo.
"mmhm..." hierover moet t Suz even nadenken "da's geen dagreisje he, wel ja, een dag heen, een dag terug... hoeveel dagen blijven jullie ginder?" "wel een unieke gelegenheid natuurlijk om de baka (pygmeeën) eens te zien en de echte brousse"
en er is dus nog een plaatsje voor me vrij omdat 1 van de zusters (Sr Quitterie Marie - 25jaar?!/de zusters zijn françaises) recupereert van een stevige buikloop door beestjes in het water die zich kunnen nestelen in je darmwand...

na het avondeten te huize Zusters van liefde (thuis dus) en na nog een korte overpeinzing over de geplande interims in de centre, belt t Suz een engel op.
"ilse gaat morgen mee. om hoe laat vertrekken jullie en moet ze dus klaar zijn?"
mijn hart maakt een sprongetje.

na de gewoonlijke avondrituelen als borden vullen voor de nachtwakers & -verplegers, water koken voor koffie bij het ontbijt, de ontbijttafel dekken, etc... ga ik mijn spullen pakken voor mijn brousse-trip.
spannend! ik, die me min of meer had neergelegd bij nog een twintigtal dagen 'het leven zoals het is - batouri', vetrek morgen naar de brousse!
ik laat het werken eindelijk maar eens 4 dagen en trek nog even de wijde wereld in.
onder de gezegende hoede van 2 franse zusters/engelen ìn habijt en mèt een knoert van een paternoster aan hun ceintuur en in compagnie van broer luc en nichtje/metekind benedicte van soeur Jean-Gabrielle, laten we het leven in de schaduw van de kathedraal 'notre dame' even voor wat het is en gaan we op ontdekkingstocht.

de beduidend goede weg - onderhouden door forestier Justin Makandop om zijn vrachtwagens met mastodonten van bomen uit de wouden te laten passeren - slingert ons door het groene landschap. ik kan er niet genoeg van krijgen, cameroun is onwaarschijnlijk vruchtbaar en toch zo basic qua voeding, toch zeker in het oosten. en toch ook zoveel ondervoede kinderen, baby's, zelfs volwassenen... ik snap het niet. het klopt wel dat de 'bamileke's' uit het westen veel ondernemender zijn, in het oosten wonen 'les paresseux'. soit, het zal er niet op beteren want we trekken nog oostelijker de brousse in naar de baka, het pygmeeënvolk dat leeft van wat de natuur geeft. een volk met veel kennis dus maar met weinig ondernemingszin.

de reis gaat vlot, de sfeer zit goed. iedereen is benieuwd naar de veelbesproken maar nog onbekende brousse. binnen 7 uren zal ons al wat meer duidelijk worden.
in ndelele gaan we even van de hoofdweg af om dichter naar de Kadeï te rijden, een grote rivier die cameroun doorkruist. misschien lukt het ons wel om nijlpaarden te spotten in of naast het water? volgens een moeder met haar kinderen die ijverig de was doet met rivierwater aan de uitkijktoren over de Kadeï, zijn ze er nu net vandaag niet, want gisteren waren ze er heel de dag, vlakbij. tja, zal wel zeker. hebben wij dus brute pech.
in yokadouma houden we nog een tussenstop. de auto wordt weer volgetankt en we maken tijd voor een lunchpauze. in deze 'stad' wonen leerlingen van collège Bary dat de zusters van St-Jean in batouri leiden. en terwijl de 4x4 volgetankt wordt ontmoeten de zusters al meteen 2 van hun studenten, die tijdens de 3maanden-durende schoolvakantie thuis zijn en rondhangen in eigen stad. soeur raphaëlle kent een eethuisje in de stad, de jongens vergezellen ons.
in het super-basic etablissement wordt ons het menu medegedeeld, met keuze uit vlees, ingewanden en nog eens vlees, dus bestel ik vakkundig een omelet. aan de muren van het sjofele barrakske hangen behangpapiersgewijs posters van europese grootsteden, amerikaanse wolkenkrabbers en hangbruggen en oosterse landschappen. de rest van de wereld lijkt hier even vlakbij maar die indruk zal snel weer vervagen.
na zelf ook weer 'volgetankt' te zijn, zetten we de tocht verder. salapoumbe -de poort van de brousse- wacht.

de stoffige tocht over soms toch hobbelige stukken gaat verder. onze armspieren worden goed getraind door het steeds weer toedraaien van de raampjes wanneer tegenliggende vrachtwagens beladen met tropisch hout ons ijlings naderen en voorbijscheuren. minutenlang rijden we dan voorzichtig verder in een langzaam oplossende stofwolk die het achterblijvende landschap rood kleurt. andere obstakels zijn de vele geiten die zich zonder verpinken verpozen op de weg. ze verplaatsen zich zelfs moeizaam wanneer we woest claxonerend naderen. hoe verder we het oosten van het land inrijden hoe warmer het wordt bij het doorbreken van de zon. de weg wordt droger en stoffiger. bij het kruisen van tegenliggende tientonners met de vlam in de pijp - zelfs op deze soms erbarmelijke zand'autostrada' - vullen stofwolken het passagiersdeel van onze jeep door de spleten van een geaccidenteerde deur. buiten onze kleding en gezichten kleurt ook het landschap prachtig maar dan door het opkomende avondrood. de magie van de afrikaanse natuur. de geur van fijn stof en kleffe warmte, kirrende vogels en suisende warme briesjes, joelende kinderen in hun ingezeepte blootje badend in de rivier voor de avond valt. salapoumbe maakt zich klaar voor de avond die binnen een uurtje vallen zal. het leven is hier rustig en vooral heel heel héél erg basic.

idylisch voor een avontuurlijke vakantie denk ik dan, maar om in te leven?
ik weet het allemaal niet...
leven op het ritme van de dag en de natuur. wij kennen het niet meer. al lang niet meer. en toch heeft het ook zo zijn voordelen. geen koopstress, geen prestatiedrang, geen keuze-schizofrenie, geen van-de-pot-gerukte tijdsdruk, geen uit-de-hand-gelopen ijdelheid, geen op-hol-gedraaide mallemolen, geen wezenloze oppervlakkigheid.
gewoon zijn wie je bent en leven van wat er is wanneer het komt en hoe het zich aandient. maar dat is vrees ik ook wat kort door de bocht. want zelfs hier in de rimboe waar alles zoveel eenvoudiger en makkelijker lijkt, willen bantoes niet naast baka leven en ligt het ziekenhuis vol met zieken en ondervoeden terwijl de natuur aanbiedt in overvloed, het altijd warm is en de zon geregeld schijnt.


soit, we waren dus aangekomen in salapoumbe, de poort van de brousse, het land der baka (pygmeeën). met iets minder woorden en wat oneerbiediger, 'het hol van pluto' dus.
we verblijven, hoe kan het ook anders, bij zusters - les petits soeur de jésus. Soeur Nadia, een italiaanse, verwelkomt ons hartelijk samen met een heel ontvangstcomité aan kleine chocolade guitigaardjes. hun oogjes stralen en kijken ons onderzoekend aan. ons ganse verblijf zullen we op gepaste tijdstippen gadegeslaan worden door dit nieuwsgierige volkje. enkelen onder hen hebben vandaag wat gewerkt voor de zusters en gaan nog even verder, met machette in de aanslag om het onkruid te lijf te gaan. anderen plukken nog wat passievruchten uit de bomen in de tuin. in ruil voor hun prestaties krijgen ze aan het einde van de dag een gloednieuwe propere onderbroek. en blij dat ze zijn! nu vraagt soeur nadia hen wel vriendelijk om naar huis te gaan. rust keert over het huis.
na een welkomstaperitief, kennismaking met de congolese soeur evelyne en eeen hartelijke babbel worden de kamers verdeeld en trekt ieder zich terug voor een verfrissende douche. benedicte en ik delen een kamertje vlak achter de kapel. als enigen slapen we niet in het huis, moeten we dus ook een eindje lopen voor het sanitair (dat wordt spannend 's nachts...) en hebben we het privilege gewekt te worden door engelengezangen tijdens de lauden in de kapel. :-) engelen en andere religieuzen worden actief rond 5u. u weze gewaarschuwd. ware het niet dat onze delegatie pas van zich liet horen tegen 6u30. een luxe!

dag 1

de eerste echte dag in de brousse diende zich dus zachtjes aan, waarna we ontbijten met brousse-baguetten en honing uit het woud. afwassen en opruimen bleef opgespaard voor na de eucharistie, vandaag is immers de dag des heeren, zondag - misdag.
een vriendelijke, gedreven priester wachtte ons reeds op in de voortuin van zijn kerk. groetend en handdrukkend vooraleer de kerk in te gaan. de poolse père grégoire was er duidelijk klaar voor deze wederom gewijde marathon van een tweetal uren tot een zalig einde te brengen. eigen aan deze versie in salapoumbe is de vertaling van de ganse mis in het baka door een lekentolk. maar noch de baka-vertaling, noch het gebroken frans met poolse tongslag hebben mij die ochtend de verlichting gebracht. wat ik wel begreep was een eerste applaus ter ere van het bezoek van de zusters uit batouri met hun familie en een tweede set handgeklap voor de verjaardag van een zuster.
Na onze zondagse marathon verlaten we de kerk en is er tijd om alle bekenden en onbekenden van Salapoumbe te groeten en te ontmoeten. Zo zien we hier nog meer (oud) studenten van college Barry en ontmoeten we soeur Geneviève, de grote vriendin van t Suz. Zij was ten tijde van t Suzannes coördinatorsschap voor het bisdom Batouri ook coördinatrice voor bisdom Salapoumbe. Nu zijn beiden directrices van een hospitaal of Centre de Santé.

De voormiddag slentert wat verder. We bekijken de foyer die les Petites Soeur hebben gebouwd voor de baka-kinderen om er te verblijven tijdens het schooljaar en dus geregeld naar school te gaan. En soort van internaat dus. Zij het dan een houten barak met verharde grond binnenin. Alweer super basic maar voor hier toch al gelweldig geavanceerd.
Bantous en baka leven hier in aarden huisjes met rieten daken of met veel geluk al eens een dak in golfplaten. Er staan ook hier en daar wat huizen in “baksteen”. Lees zoals het er staat, zelf gebakken bouwstenen. En de baka zetten hier en daar ook nog hun traditionele “moungoulou”, een ronde hut zoals een iglo maar dan in bladeren. Laag en met zeer kleine deuropening, het zijn tenslotte pygmeeën. Al worden die ronde hutjes nu alleen nog gebruikt als keukentje ofzo en soms als ‘toeristenverblijfje’.
We aanschouwen geconcentreerd een jongetje van ongeveer 10 jaar oud dat naast de foyer zonder verpinken en zonder enig hulpmiddel een kokospalm van ongeveer 11 meter hoog inklauwtert. Hij keilt een tiental kokosnoten naar beneden en staat binnen de kortste keren weer veilig op de grond. Wees gerust, we stammen af van de apen.
Na dit ongeloofelijke schouwspel komt er nog meer schot in de zaak. Vincent, een van de oud-leerlingen van Collège Barry werkt hier in de brousse van Salapoumbe als touristische gids. Hij is de eerste baka met een rijbewijs! en zal ons met de 4x4 van de zusters een eind de brousse inrijden (we blijven wel op paden en in de auto) om op zoek te gaan naar dieren.
Inderdaad, hier is woud nog woud, niet voor niets ook brousse. Alles groen en weelderig, heerlijk geurend, verfrissend en revitaliserend. Hier is een mens nog klein in de machtige wereld van de natuur.

Al kunnen we ook daar weer wat vraagtekens bij plaatsen. Mijn hart bloedt als ik denk aan al die vrachtwagens die zwaargeladen mastodonten van boomstammen de wouden uitrijden. Klaar voor verwerking en verscheping naar Europa. Schone tuinmeubelkes en een terras in hardhout, toch sjiek hé…
In Salapoumbe razen dagelijks 24/24uur een vijftigtal tientonners voorbij. ‘s nachts iets minder frequent, dus overdag een 3-tal per uur. Dagelijks! 50 giganten van bomen, meer dan 150 jaren oud. Dat komt aan dit tempo niet meer goed… geen wonder dat de regens in Cameroun later komen, ontregeld zijn, onvoorspelbaar worden. En dat allemaal om aan ons schoon tafel te kunnen eten op ons terras tijdens die 3 warme weken in de zomer?
Yep! Ik beken. Idealist en romanticus maar bovenal hypocriet! Ik vlieg elk jaar mijlenver op vakantie in een co2 uitstotend monster. Ik hoef dus niet te oordelen over wat er in de wereld zoal fout wordt gedaan. “’t is goed in’t eigen hart te kijken…”


De brousse-rit is knap. de natuur is overweldigend en rustgevend. De gehoopte olifanten staan ons niet op te wachten. al zijn ze hier duidelijk wel gepasseerd; voetsporen en vernield groen verraden hun aanwezigheid. we hebben de afspraak gemist. ondertussen zijn ze al kilometers verder het woud in. apen slingeren hier wel rond in de bomen. gibbons en ander krapuul. ze geven van jetje en stelen de show, al is het dan op zeer veilige afstand hoog in de bomen.
onze brousse-gidsen zijn in hun nopjes dit allemaal te kunnen tonen aan les soeur van collège barry en hun familie. 't is de moeite!

in de late namiddag maken we een wandelingetje naar het hospitaal. daar leidt soeur genevieve (soeur de la présentation - normandie) ons rond. het is tamelijk groot, in verschillende paviljoenen, gestructureerd en onderhouden en voor brousse-normen zeer gesofisticeerd. zieken krijgen hier een kamer, waar vaak nog wat leden van de familie bij inwonen. voor eten en bedlinnen moet zelf gezorgd worden, was en plas zijn in eigen onderhoud. wij kunnen ons dat niet voorstellen. hier is het al super-de-luxe.
vele vrouwen bevallen nog thuis met traditionele wroedvrouwen. bij complicaties geraakt men nooit op tijd in het hospitaal. zelfs in batouri gaat het er vaak nog zo aan toe, terwijl het daar al 'de stad' is. de baka leven zoals gezegd ook van de natuur. ze verkiezen nog steeds hun traditionele mélanges en kruidendokters voor hun behandelingen, wat op het niveau van ernstige ziekten zoals ondervoeding - bloedarmoede, malaria, tuberculose, aids, ... niet de beste piste is. leven met de natuur wil hier dus ook zeggen, ziektes niet overleven en jong sterven. het is vaak erg triest.

dag 2
vandaag staat er absoluut avontuur op het programma...

donderdag 5 augustus 2010

Typiquement Camerounais

Het leven in Batouri gaat verder. Vandaag is weer een bewolkte dag. Er is regen op komst. De laatste 2 dagen is er weer stroom, de 2 dagen ervoor was er stroomcoupure, wat ook wil zeggen dat na die 2 dagen – of al vroeger – het water op is. De watertoren van de stad kan tijdens de coupures geen water meer bijpompen uit de grond. De voorraad wordt dus niet meer aangevuld, maar omdat er zoveel fitten in de pijpen zitten en er zoveel lekkende of kapotte kraantjes zijn, is op een wip en een knip alle watervoorraad van Batouri opgebruikt.
Gelukkig hebben wij in onze tuin een eigen waterput met draaipomp en kunnen we dus ook verder wanneer de kraantjes in huis leeg gelopen zijn. We spoelen het toilet dan door met emmertjes en nemen een douche met een bekertje. Simpel en gemakkelijk.

Doro maakt zich klaar om zondag met haar 2 jongste dochtertjes naar haar dorp te vertrekken en er 2,5 weken verlof te nemen. Op 24 augustus keert ze terug om permanentie te houden in de Centre wanneer t Suzanne mij naar Yaoundé brengt (25 augustus). Het aftellen is dus echt begonnen nu. Doro noteert nog werkwijzen en weetjes, want “weldra vertrek jij terug naar België”. t Suzanne vraagt me lijstjes te maken en zaken te noteren zodat zij ook op de hoogte blijft van wat ik hier allemaal uitgespookt heb. Ik werk naarstig voort aan de panjes voor de Zusters en beloofde ook enkele keukenschorten te maken voor Christophe.
Maar eerlijk gezegd denk ik ook soms al aan mijn thuiskomst in België. Zou het mooi weer zijn? Ik kan me Belgische temperaturen niet meer voorstellen. Korte mouwen en teensleffers zijn hier mijn standaard. Zou dat thuis ook nog lukken? Bruin brood en wat kaas, daar verlang ik misschien wel naar of een rustig terrasje zonder lastig gevallen te worden op straat,… een beetje rust?! ;-)
Maar ik ben hier en nu, in Batouri en werk hier mijn engagement af. N’ est-ce pas?

Maar wat kan ik blijven vertellen over mijn dagelijkse gebeurtenissen? Het is niet zo dat ik op doorreis ben en dus na elke week een totaal nieuw verhaal kan vertellen. Misschien is dat wel een beetje spijtig, maar dat was zowiezo niet echt de bedoeling, al had ik misschien wel een heel klein beetje gehoopt toch net iets meer van Cameroun te kunnen zien. Aan de andere kant is de onderdompeling in het dagelijkse leven van een land natuurlijk ook een uitzonderlijke ervaring waar niet iedereen de kans toe krijgt. Dat besef ik ook wel heel erg goed.

Misschien kan ik jullie nog wat “typiquement camerounais” vertellen.
Ik heb nog wel enkele verhaaltjes opgespaard…

Aankopen in Yaoundé
Een bezoek aan Yaoundé, het walhala der winkels en commercanten, wordt altijd benut voor het afwerken van een stevige boodschappenlijst. Toch zeker door t Suzanne!
Vertrekkende uit Batouri heeft ze haar kaftje met verschillende lijstjes al helemaal klaar. Op haar kamertje in Yaoundé bij de Paters van Scheut, neemt ze na de vermoeiende dagreis dan nog de tijd om haar boodschappenlijstjes te herformuleren op een nieuw blad in volgorde van aankoopbelangrijkheid én in volgorde van verschijning van de winkels. De volgende dag trekt zij dan gewapend met lijst en geld de stad in.
Yaoundé bruist van energie en wemelt van drukte. Iedereen wil op elke straathoek wel iets kwijt. Wat in grote hoeveelheden te koop is in de warenhuizen, wordt in kleine hoeveelheden of per stuk verkocht op straat of tussen de autofiles voor de rode lichten. Iedereen probeert zijn graantje mee te pikken, soms met luidkeelse stem, anders met loeiende geluidsinstallaties of stilzwijgend leurderig achter een armtierig halfbestaand kraampje. Iedereen probeert.
Zo ook de verkopers van de IT-winkel waar t Suz haar computerbenodigdheden aankoopt. USB-sticks, anti-virus CD’s, inktcartouches voor de printer, …
Ware het niet dat de inktcartouches die ze aankocht de keer voor ze ons kwam ophalen in Yaoundé (4 juni) vervalst bleken. Waarschijnlijk heropgevuld maar met veel minder inkt.
En bovendien werd een anti-virus CD verkocht waarvan de code reeds “échoué” – vervallen/gebruikt – leek te zijn.
De inktcartouches probeerden we ondertussen al minstens 2 keer te gaan inwisselen, zoals door de winkeljuffrouw ook beloofd en op papier gezet, maar omdat ze zelf niet het nadeel willen dragen, moeten we wachten totdat de shopmanager van de slechte leverancier eindelijk terug is uit vakantie en over de brug komt met degelijk materiaal. Een verloren zaak? De anti-virus in ieder geval wel.
Toppunt van al. Bij het afwerken van diezelfde boodschappenlijst, lieten we 3 sleutels bijmaken. Bleek bij thuiskomst – dus terug 450km naar het Westen van het land – dat de sleutels wel uit de juiste basissleutel geslepen waren maar dat de kerel de sleutels ondersteboven in de machine had gestoken en ze dus NIET bruikbaar zijn!?*
Bij aankopen check je dus best alles driedubbel, en dan nog…

Stoffig
Cameroun is ongelofelijk stoffig. Alles is bedekt met een laagje rood Afrikaans stof.
In de Pharmacie de Stock waar ik werk is elk potje, doosje, flesje bedekt met een laagje stof, ook al heeft de ruimte geen vensters.
Bij Nziko (de plaatselijke afrikaanse AVA) ligt alles wat te koop is onder een laagje rood stof. Wil je de echte kleur kennen, dan moet je even wrijven of eens goed blazen. Bij het terugkeren van de winkel kan je best je handen gaan wassen. De vloer wordt er trouwens gepoetst met petroleum?!* geen idee of dat ook nog een andere reden heeft?
In Cameroun dus constant vuile, stoffige handen. Ik heb nog nooit op zo’n korte tijd zoveel handzeep verbruikt ;-)

Bijgeloof en hekserij
Geloof in de duivel en hekserij is erg groot in Cameroun, zelfs bij de katholieken of bij goed gestudeerden. Bij sommigen is er precies soms wel wat twijfel, maar omdat in het algemeen in de samenleving (+/- 40% katholicisme, 40% islam, 20% animisme) veel geloof wordt gehecht aan hekserij, durven individuen zich vaak niet uitspreken over hun ongeloof. Ook slachtoffers geloven op den duur echt dat ze behekst of slecht zijn. Beheksten worden verstoten, pijn gedaan, gepest, uitgelachen,…

Zo kwam op 22 juni, tijdens het avondeten, Dorothee bij ons langs om met t Suzanne te spreken. Er was in de Centre een verloren kindje aangekomen vol littekens en wonden, dat mishandeld leek. Omdat het al laat is en dus alle instanties gesloten zijn, er ook niet meer gezocht kan worden naar familie of verwanten van het meisje, wordt besloten om het meisje in de Centre te laten slapen.
Al gauw blijkt dat het kind niet echt een vreemde is in Batouri, dat ze er nog al heeft rondgelopen en dat iedereen gelooft en zegt dat ze “behekst” is. Geen enkele instantie wil helpen; politiesecretariaat, sociale zaken, gendarmerie,… maar ze is sterk ondervoed, spreekt nauwelijks en huilt regelmatig. De verpleegsters van onze Centre nemen haar onder hun hoede. Ze wordt meteen opgevolgd en behandeld, krijgt ijzersupplementen en wordt goed gevoed. Beetje bij beetje begint ze te praten en wordt haar levensverhaal achterhaald. Merline blijkt weggelopen van bij haar nonkel in Batouri. Haar ouders schijnen gescheiden en alleen de woonplaats van haar vader kunnen we haar ontfutselen, hij woont in Garua Bulai, een stevige reis weg van Batouri. Het is niet duidelijk hoe Merline bij ons verzeild is geraakt. Wel blijkt dat ze moeilijkheden heeft, dat ze ook gekrabt en geslagen werd door haar tante en dat ze een eigen willetje heeft gecreëerd. Amper 7-8 jaar oud!
Ze wordt geholpen en gevoed in de Centre, langs alle kanten, door elke verpleger of verpleegster en toch huilt ze moord en brand als ze zin in iets heeft en het niet meteen krijgt. Ze is meesteres in overleven, want heeft vaak centjes in haar hand terwijl ze bij nog iemand anders nog wat meer geld, of iets te eten afhandig maakt. Het zijn moeilijke dagen in de Centre. Maar waar kan het kind naartoe? Geen officiële instelling wil helpen, verplegend personeel moet ook klaar staan voor anderen,… Toch moet er wat strenger gereageerd worden want ze blijft proberen en ondermijnt gezag.
Elke avond wanneer we de maaltijden voor onze wakers en het personeel van wacht in de Centre klaarmaken, zorgen we ook voor een portie voor Merline. Tijdens de dag eet Merline mee met het personeel van de Centre en krijgt ze langs alle kanten extra’s toegestopt. Maar dat lijkt niet genoeg… ze wordt betrapt op stelen, loopt uiteindelijk ook alle kamers van de Centre in en uit alsof het haar thuis is.
Dit is geen gemakkelijke zaak. t Suzanne dringt aan op een oplossing. Denise (verpleegster van de Centre en verantwoordlijke voor de ondervoede kinderen) ontfermt zich volledig over Merline. Ze gaat verder op zoek en vindt de nonkel van het meisje, maar deze man zorgt niet voor een oplossing.
Uiteindelijk heeft Merline een dikke maand in de Centre de Santé van Batouri gewoond. In het weekend van 24 juli is Daniel (verpleger) met haar naar het dorp van haar vader gereisd om haar daar terug te brengen. De nonkel heeft hen de hele reis vergezeld om te vermijden dat er achteraf discussie zou kunnen ontstaan. Op de bestemming aangekomen werden zelfs officiële papieren ondertekend dat het kind weer bij de vader werd teruggebracht en dus “in ontvangst werd genomen”. Die hele missie werd bekostigd door de congregatie van t Suzanne.
Gelukkig was het weerzien tussen vader en dochter warm en hartelijk. Als Merline verder goed gevoed wordt, hopen we dat alles goed met haar gaat? Ze gaat niet naar school. Zal ze ooit weer weglopen, zal ze blijven stelen?
Ze is alvast niet behekst, maar het slachtoffer van non-educatie, armoede en onbegrip…

woensdag 28 juli 2010

Bergetappe

Mijn publicatie hieronder heb ik ongeveer 1 week na mijn laatste post op de blog neergeschreven, maar bij gebrek aan toegang tot het internet en eveneens een korte trip naar Yaoundé kan ik het nu pas publiceren. Nog eens een dikke week na de feiten dus.

Tour de France

De medewerkers van de “équipe van Dr. Tsafack” kijken momenteel graag naar den Tour de France. Ik pink dan wel eens een oogje mee weg. Niet dat ik zo’n wielerfanaat ben, maar als je “op den vreemde” bent en je hoort dat er nog Belgen meefietsen en dat onzen Tom (Boonen) na een lelijke val moest geopereerd worden, dan wordt je al wel eens wat chauvinistischer en stijgt de interesse in een anders totaal onbekende sport.
Ondertussen weet ik dus ook dat Cavendish 5 etappes heeft gewonnen waaronder de laatste die aankomt op de Champs Elysees, dat Contador de Tour gewonnen heeft en dat Van de Broeck de 1ste Belg is in deze Ronde op de 5de plaats (sinds 24 jaar nog eens een Belg in de top 5).
De Tour de France, eigenlijk alleen maar om naadloos over te gaan naar de daarin veel bereden bergetappes en het beklimmen van menig col, waartoe ik me momenteel ook geëngageerd heb, figuurlijk dan. Vanuit het dal dat ik vorige week bereikte (half juli), probeer ik nu weer de hoogte in te gaan. Rustig en niet te overhaast, daar zorgt het Batouriaanse klimaat wel voor. Op dit ogenblik zit ik schrijvend achter mijn naaimachine omdat het ineenstikken van mijn laatste ontwerpje me blijkbaar heeft verheven tot een “creatieve schrijfbui”, die ik dan ook maar meteen in daden wil omzetten. Laat ik ook maar niet teveel meer uitweiden over die moeilijke dagen die mij te beurt vielen. Vermoeidheid, geavanceerde aanleg tot piekeren en (mij tot nog toe onbekend, maar het moest er eens van komen) heimwee maakten zich meester over mij en zorgden voor enkele zeer onaangename dagen. Voldoende rust bracht mijn lichaamstemperatuur weer terug op peil en de ontdekking van “De kracht van het NU” – Eckhart Tolle, in mijn reisbibliotheek, helpt me nu weer op het goede pad. Ook probeer ik mijn grenzen wat beter te stellen en is het belangrijk voor me geregeld iets creatiefs te kunnen doen. Dat blijkt al jaren zo, maar ik schijn het af en toe toch te vergeten of te verwaarlozen?
Soit, een volgende etappe dus. (Ook al is ondertussen de echte Tour al uitgereden, ik rijd mijn parcours alleen verder)
De Centre de Santé blijft min of meer hetzelfde al is Honorine de apothekeres ondertussen teruggekeerd na 3 weken vakantie, komt Zippora begin augustus terug waarna Dorothée haar valiezen zal pakken en richting Yaoundé trekt (40km ervandaan).
T Suz en ik zijn ondertussen ook enkele dagen naar Yaoundé geweest (do 22 tot zo 25 juli) om Erico, Hervé en Maman Tsafack naar huis te voeren. Maar ook om hele boodschappenlijsten af te werken en "het stad op zijn bakkes te gaan lopen". Die paar dagen er tussenuit in Yaoundé hebben me goed gedaan, kwestie van weer eens wat anders te zien en eens niet in mijn pharmacie de stock te zitten. Ook weer eens wat quality time met t Suz was zeer welgekomen en heeft de batterijen weer wat opgeladen. Ik val in herhaling maar ik blijf onder de indruk van haar kwaliteiten als goede chauffeur op de soms echt wel verschrikkelijke wegen over bulten en door grote plassen.
En zoals in het begin al gezegd, op het moment dat ik eindelijk dit verhaal op de blog publiceer, ben ik alweer enkele dagen terug uit Yaoundé want de publieke computers in het ontvangsthuis van de Paters van Scheut zijn hopeloos verfomfaaid waardoor toegang tot het net totaal onmogelijk is. Jammer, maar dus nog wat langer moeten wachten op een nieuw bericht op de blog.
Vandaag eindelijk de tijd en de connectie om jullie te berichten want sinds begin deze week hebben Zuster Frieda en ik afgesproken de werkdagen onder ons 2 te verdelen. Ik in de voormiddag naar de Centre en in de namiddag thuis om rustig te naaien aan o.a. de uniformpanjes van t Suz en Zr. Frieda en enkele schorten voor onze kok Christophe (en te rusten, lezen, schrijven). Zr. Frieda in de namiddag naar de Centre. De onderbreking van mijn dagen doet goed. En het wordt me nog maar eens duidelijk waarom ik kies om deeltijds te werken in Aartselaar, maar dus ook hier. De creatieve uitlaatklep is een heel belangrijk onderdeel van mijn zelfontplooiing.
Verder gaat het leven zijn gangetje hier; met de nodige stroomcoupures, regenbuien, rouwstondes de ganse nacht bij de buren, zwarte mannen die toch zo geïnteresseerd zijn “la blanche” te ontmoeten of een Europese vrouw te vinden, Belgische frietjes op dinsdag ;-), batons de maniok, douches met koud water (wat heb ik heerlijk genoten van het warme water in Yaoundé om mijn haar eens grondig te wassen! – het was trouwens killig in de hoofdstad…), prachtige afrikaanse stoffen, taxi-moto’s door de straten van Batouri, een grazend paard naast de ingang van de Centre, ondervoede kindertjes die vechten om hun leven, malaria-aanvallen en coartem-pilletjes, giechelen met de verpleegsters, onthaald worden alsof je jaren bent weggeweest na 4 dagen Yaoundé, gesprekjes met de Zusters op de gang, een rustig huis zonder ravottende kinderen, een treurende poes, nog steeds wel eens moeite om het Frans te verstaan, in slaap vallen tijdens het lezen van een boek, gewekt worden door de wekker van t Suz om 5u, niet goed meer verder slapen en opstaan om 6u30 voor meditatie, heerlijk stokbrood met “La vache qui rit”, overal rood Afrikaans stof, constant vuile handen (nog nooit zoveel zeep verbruikt…), al je kleren tot je onderbroeken die gestreken worden om de eventuele vliegenlarven te doden, stef hard missen en aftellen naar de thuiskomst, beseffen dat het ook wel een unieke ervaring is, benieuwd zijn naar de komst van je metekind, hopen nog een en ander van Cameroen te zien, heel voorzichtig het volgende berichtje op de blog publiceren…

woensdag 14 juli 2010

La moitiée

Le pallu ou la fatigue?

Zoals jullie al gelezen hebben zit ik dagelijks tussen de zieken en vooral tussen de medicamenten. Momenteel is mijn tante op retraite en steken we in de Centre dus een tandje bij, temeer omdat er ook nog 2 andere collega’s met vakantie zijn.
Maandagen hier zijn een heksenketel. Na het weekend dagen alle zieken in de Centre op voor hun kwalen en ziektes die gedurende het weekend uitgebroken zijn en waarvoor ze niet naar de “wacht” zijn gekomen. De wachtzaal zit op maandag vaak afgeladen vol. Tenminste als het niet het einde van de maand is en het karige loon helemaal opgesoupeerd is, want dan is er zelfs geen cent meer over voor het soigneren van lijf en leden.
Een nokvolle wachtkamer dus. Bororo-vrouwen in zwierige panjes en hoofdoeken met babies op hun rug, verfrommelde opaatjes met of zonder stok, kuchend en rochelend op de bank, krijsende kinderen lamlendig op de schoot van hun uitgeputte moeder, stoere kerels opeens veel minder macho wanneer hun veretterde wonde voor de 3de keer ontsmet en verzorgd met worden wegens nalatigheid, …
Centre de Santé van Batouri op volle toeren. Dorothée als interim aan het onthaal, verandert in een octopus en wijst mensen waar ze moeten aanschuiven om hun zieke baby te laten onderzoeken. Ondertussen pent ze de voorgeschreven medicatie van een andere consultatie over uit een mamaatje haar “carnet curative” op een factuurtje. Waarmee mamaatje vervolgens naar de “pharmacie” sloft, alvorens haar duurverdiende centjes door het luikje naar Doro te schuiven. Alain in de pharmacie legt zo goed en kwaad mogelijk uit, hoe, hoeveel en wanneer de pilletjes of siroopjes ingenomen moeten worden. Als het niet lukt in het Frans dan maar in het Fufunde, het Ewondo of een ander patoi.
De mallemolen draait.

Na een ongelofelijk drukke maandag (Doro en ik sloten pas af tegen 18u30 terwijl we aan de slag waren sinds +- 8u), haperde er gisteren - dinsdag - echter iets in de geoliede machine. Rond de middag besloot ik vervroegd naar huis te gaan om me wat te gaan verpozen. Ik had de pharmacie al bevoorraad, wachtte nog op de levering voor de apotheek van wacht maar die was nog niet helemaal klaargemaakt door Alain.
Ik hing een briefje op mijn deur “Je me repose. Je me sens pas bon.” en ging wat dutten in bed. Het gebruikelijke etensuur ging aan me voorbij. Rond 13u werd ik wakker door plichtsbesef om terug te keren naar de Centre en er mijn “pharmacie de garde” te gaan bevoorraden. Dat was echter naast mijn protesterende lichaam gerekend. Ik voelde me echt niet goed. Tranen welden op, het ging niet. Zuster Frieda en Dominique van de ploeg van Dr. Zafack – die hier ’s middags mee komt eten – raden me aan mijn temperatuur te meten. Koorts. Vervolgens kwam de raad en het advies mezelf goed te verzorgen, proberen te eten, een malariatest uit te laten voeren en véél te rusten. Na een middagmaal met wat “Belgische” frietjes, hervatte ik moed en trok ik naar mijn gebruikelijke werkplek om er deze keer niet aan de slag te gaan, maar om naast 2 wachtende vrouwtjes plaats te nemen op de bank en geduldig aan te schuiven in de wachtrij voor het “laboratoire”. Onze laborant Adolphe liet op zich wachten maar bij zijn aankomst riep Doro me meteen binnen en werd ik als eerste getest. “Die malariatests die ik je gisteren leverde, die wil ik nu toch ook wel eens uittesten”, grapte ik nog flauwtjes tussen mijn vermoeidheid door. Efficiënt en te snel om pijn te doen, werd ik in mijn ontsmette wijsvinger geprikt. De mooie parel donkerrood bloed werd vakkundig opgelepeld met een staalstaafje. “Binnen een kwartiertje kennen we de uitslag” stelde Adolphe me gerust.
Ik zette me nog even in het bureau van t Suzanne en wachtte toch een beetje gespannen de uitslag af.
NEGATIEF!

Naar huis om te rusten dan. ‘s Avonds tegen 20u30 zou t Suzanne arriveren om me het nodige advies te verschaffen. De koorts was ondertussen nog wat verder opgeklommen, wat tegen de avond niet abnormaal is natuurlijk. De start van een kuur tegen “le pallu” zou toch wel het verstandigste zijn. Ook al zou ik geen malaria hebben, dan kan het nemen van de medicatie geen kwaad, maar beter het zekere voor het onzekere.
Een kaartje “Coartem” met een malariakuur, dat ik normaler wijze verdeel en verkoop in de Centre, belandde nu op mijn eigen nachtkastje. Je moet alles eens geprobeerd hebben zeker?
Persoonlijk heb ik niet het gevoel malaria te hebben en vrees ik eerder dat ik oververmoeid ben, maar wie zal het zeggen, ik heb nog nooit malaria gehad…


Pas la héroïne.

Om me hier 3 maanden (inderdaad, morgen do 15 juli is het de helft) te vestigen en onder te dompelen, gingen er nog enkele maanden van hard labour in het cultureel centrum van Aartselaar aan vooraf. 3 maanden vakantie zijn nu eenmaal niet standaard voor een ambtenaar. (al mogen we absoluut niet klagen over onze dagen jaarlijks verlof!). Nog goed doorgewerkt voor vertrek dus. Dan een vliegreis achter de kiezen die willens nillens toch vermoeit, waarna te arriveren in een nieuw klimaat. - Gezien de Belgische zomer gewacht heeft tot mijn vertrek, had ik dit jaar nog geen zomerse ervaringen kunnen opdoen. De confrontatie met het Kameroenese klimaat vraagt dus wel enige inspanning. – De eertse week op mijn nieuwe bestemming was er dan weer een van veel reizen op soms toch nog zeer slechte wegen en vroeg ook aanpassing qua ritme, onbekende huisgenoten, voeding,…
Veel aanpassingen dus en vermoeiende inspanningen alvorens te arriveren waar ik me zou gaan vestigen.
Nadat we de 2 bezoekende zusters terug naar Yaoundé voerden (na 1 weekje Kameroen), brachten we bij onze terugkeer naar Batouri de 2 jongste kinderen van Dr. Zafack mee om hier tijdens hun schoolvakantie te logeren, Hervé (12/13) & Erico (9/10).

Iedereen kent mijn thuissituatie, wij zijn met z’n 2.
Hier woon ik in een open huis. We wonen met t Suzanne, Zr. Frieda en de 2 jongens. Soms blijft er nog een doortrekkende reiziger voor een nachtje of onlangs nog een Zuster op retraite voor 1,5 week. Overdag werken hier de kok Christophe, Ndjana de klusjesman en Maman Marie helpt poetsen. Haar zoontje Michelle komt met de jongens ravotten. ’s Middags eet de ploeg van Dr. Zafack hier mee, dat varieert van 1 persoon tot soms 6 of 8 personen extra aan tafel.
Verder staat de deur hier altijd open, minstens tot 22u, wanneer t Suzanne, meestal als laatste, naar haar kamer gaat (soms meteen slapen, soms nog werken). Haar gsm is dag en nacht bereikbaar (de muren van “karton”…).
Vanuit mijn kamerraam kan ik de buren horen, soms ruziend, dan weer feestend of zingend, jengelende radio’s – ’s middags, ’s avonds, soms wel eens ‘s nachts. Tijdens de nacht hoor ik af en toe kermende vrouwen die met volle macht hun baby op de wereld proberen te zetten – de Centre is hier immers vlakbij – daaropvolgend hoor ik krijsende babies die hun eerste adem binnenhappen. Tegen de ochtend (5u) wekken flirtende en kwetterende vogels me uit mijn onderbroken slaap - hun nest hangt naast mijn venster onder de dakgoot - de dag gaat dan weldra beginnen…
Nu hoor ik de laatste lichting eters vanop mijn kamer net vetrekken (14u22).
Ziek zijn/vermoeid zijn is hier dus een beetje een opgave.

Momenteel ontgaat de glorie van het avontuur me een beetje.
De aanpassing aan een nieuwe cultuur waarin je dagelijks meeleeft is interessant maar eist ook veel inspanning; andere taal, andere gewoonten, andere omgang,…
Intrekken bij Zusters en leven in een sterk gelovige Katholieke gemeenschap is ook een aanpassing. Uit respect, om discussies te vermijden en om “de kerk in het midden te houden” maak ik mee mijn kruistekens en ga ik wekelijks mee naar de mis. Misschien is dat hypocriet?
Samenleven met 2 energieke kinderen terwijl je thuis kinderloos bent,…
En dan natuurlijk zelf de tijd willen en moeten nemen om je eigen ding te doen. Ik doe het te weinig, omdat ik me hier geëngageerd heb en dus denk dat ik plichtsbewust moet zijn. Maar mijn lichaam protesteert duidelijk. Ik heb tijd voor mezelf nodig; rust, yoga, creativiteit, ontspanning, nieuwe dingen zien,…
Ik weet het wel maar ik doe het niet genoeg.

Als ik mijn 70-jarige tante zie, welke overgave, energie en toewijding ze heeft… ik begrijp niet waar ze die onuitputtelijke kracht vandaan haalt. Schuilt het geheim dan toch in dat geloof :-)

In ieder geval, zij die denken dat ik deze keer Kuifje in Kameroen of Kuifje in de Brousse (zoals ze het hier zelf noemen) ben en vorig jaar Kuifje en de Turkooisen Boeddha.
Begrijp het goed, ik ben absoluut zo’n superheld niet.

zondag 11 juli 2010

Foto's (deel 1)


onze straat: met in de achtergrond de processie op sacramentsdag


de kathedraal, vlak over ons huis


ons huis
het staat gelukkig niet aan de straatkant maar vlak achter het gebouw van de coördination de Santé van het bisdom Batouri. met onze voordeur aan de straatkant zou Zr. Suzanne geen seconde rust meer hebben... en het is nu al zo druk...


aan tafel met de ploeg van Dr. Zafack en een Zuster uit Douala op doorreis


nog eens aan tafel, nu met Père Toussaint, Hervé en Erico (kinderen van Dr. Zafack)


altijd apetijt :-)


onze living: Cameroen speelt en verliest...


onze huisgenote - minette


en minette weet waar het gezellig is...


Centre de Santé


het bureau van tante Suzanne


doro & ilse


in volle concentratie: aanvullen van de apotheek van wacht, pilletjes tellen


3 van onze verpleegsters: Denise, Arine, Stephanie
ze hebben een organisatie opgericht om de ondervoeding in Batouri op te speuren, de kinderen te helpen en de moeders te onderrichten


een gloednieuwe couveuse


een nieuwe moderne bevallingstafel


een cadeau vanuit belgië - het favoriete schoeisel van t Suz - Birckenstock sandalen.
Ver de mode vooruit!


veel moois maar geen tijd om aan de slag te gaan


ALTIJD bezig...

Comment? ça va... un peu... (of hoe kameroenzen nooit zeggen dat het helemaal goed gaat)

Mes frères, mes sœurs,

Zoals jullie merken verschijnt er weinig op mijn blog.
‘t is misschien tegen velen hun verwachtingen in maar het is hier druk (druk druk) zoals we dat ook kennen bij ons in België. (Comment? ça va... un peu...)
Dus denk ik vandaag op zondag 11 juli – Vlaanderen Feest! - dat ik hier in Kameroen een heel klein beetje chauvinistisch mag zijn en wat tijd mag uittrekken om jullie te schrijven. Het is ondertussen immers dik 2 weken geleden dat ik nog tijd had om te vertellen over mijn leven en bezigheden hier.

Druk dus…
Waarmee? hoor ik jullie denken.
Zoals ik wel al schreef, werk ik in de Centre de Santé waar tante Suzanne verantwoordelijke is. Ik ben opgeleid tot stockbeheerster van de apotheek. Dat houdt in dat ik de distribuerende apotheek – daar waar alle zieken hun medicatie gaan kopen na consultatie – dagelijks bevoorraad. Maar ook de kleine apotheek “van wacht” (van dienst tussen 15u30 en 8u ‘s ochtends) dagelijks controleer en aanvul. Soms een stevige job, vooral bijvoorbeeld het natellen van honderden kleine pilletjes. Hier wordt per stuk verkocht, dus geen hele dozen zoals bij ons, waarvan meer dan de helft van de inhoud, waarschijnlijk bij een ieder van ons, toch ligt te wachten op de vervaldatum.
Op dit moment zijn de apothekeres Honorine en Zippora aan het onthaal elk 3 weken op vakantie, dus zit Dorothee zo lang aan het onthaal, vevangt Alain in de apotheek en houd ik de stock alleen draaiende. Dus ook de administratie van wat er buiten gaat noteren en bestellingen plaatsen bij de coördinatie. Gelukkig kan ik Dorothee op elk moment ter hulp roepen! Want bovendien is t Suz sinds vrijdagnamiddag ook een week in retraite. Dat wil zeggen dat zij ‘s ochtends om 6u30 vetrekt naar het klooster van de Zusters van de Presentatie om daar te gaan bidden, bezinnen en lezingen te volgen met andere zusters in retraite (wordt jaarlijks georganiseerd). Tussen 20u en 21u arriveert zij terug thuis. Ze verkiest om niet te blijven slapen op haar retraite plek omdat ze ter beschikking wil blijven van de Centre en alle anderen die haar nodig mochten hebben. Wat een ongeloofelijke beschikbaarheid! Ik blijf versteld staan vanwaar ze al die energie blijft halen! Nu ik dus ook wat meer beschikbaar moet zijn in de Centre om t Suz's afwezigheid wat te compenceren, voel ik aan de lijve hoe vermoeiend en veeleisend dat soms kan zijn, maar zij draagt dat met een bewonderenswaardige gedrevenheid en moederlijkheid. Ik noem haar de Moeder Theresa van Batouri. :-)

In het weekend maken we soms kleine uitstapjes naar de bezienswaardigheden van Batouri. Enkele die we reeds bezochten: BouGoGo (bedevaartsoord aan La Vierge Marie), Nkol Bomo (landbouwproject opgericht door een belgische Pater Wilfried Dufour), Esperance de Vie (verblijfplaats voor wezen en kinderen van zieke ouders met eveneens een landbouwproject en kleinvee/boerderijdieren), het veld van Dorothée waar we even meehielpen arachides (aardnoten, pindanoten) uit te trekken.
Dit weekend geen grootse plannen want t Suz is in retraite. Gisteren ging ik na mijn werk in de Centre naar een trouwmis (bijna 3u) waarna er nog een stoet vertrok door de stad om het getrouwde koppel te eren en te tonen. Veel genodigden kwamen gekleed in dezelfde soort stof, een traditie hier. Ook wel een mooi zicht.
Vandaag doen we niet veel, al passeerde ik al in de Centre om wat medicatie aan te vullen en installeer ik straks na het eten nog een anti-virus op een computer van de Centre. Nooit helemaal rust dus…

Afgelopen week ging ik na het werk in de Centre ook enkele keren mee met Doro naar het veld om nog verder arachides te oogsten. Het hele veld staat vol en moet tegen begin augustus geplukt zijn omdat ze dan op vakantie vertrekt naar haar dorp 40km van Yaoundé (Centre - Cameroun). Na het oogsten moeten alle nootjes nog van de planten geplukt worden. Dat moet dus ook nog gebeuren voor de familie vetrekt. Nog genoeg werk dus! We zijn niet alle dagen kunnen gaan omdat het hier regelmatig bakken uit de hemel regent en dat is het veld 1 modderpoel. Vrijdag was ik te moe om nag naar het veld te gaan werken en ben ik met Doro nog even naar de markt geweest.
We vertrekken meestal rond 15u45 op het werk, gaan ons nog snel omkleden thuis. Ik neem water mee en wat fruit en Doro pikt me thuis op. We stappen ongeveer 3 kwartier naar het veld. Er rest ons dan nog ongeveer 1u30 tot 2u om te plukken. Tegen 18u vertrekken we weer, onderweg valt de avond en rond iets voor 19u ben ik thuis. Net op tijd om nog te douchen voor het eten. Als toch een beetje ervaren stapster zou ik de wandeling makkelijk wat sneller kunnen afronden maar Doro heeft haar afrikaanse tempo :-) Ze liet me al weten dat ik snel ben en dat ze vaak moest bijbenen, dus nu ga ik mee in het afrikaanse ritme. Onderweg komen we dan bekenden tegen die wel eens aan Doro vragen; “neem jij de blanke mee naar het veld? En wat doet ze daar dan?” Doro vraagt dan lachend wat het verschil tussen blank en zwart is. Blanken kunnen ook op het veld werken hoor ! Geweldig!

Ma’ Do!
Zoals gezegd ging ik ook nog eens terugkomen op die geweldige vrouw, Dorothée.
Jullie merken het wel, we zijn goeie maatjes!
De eerste keer dat ik haar zag, kon ik haar meteen begroeten met haar naam want ik herkende haar van de foto’s van onze Gert.
Ze is vriendelijk, warm en uiterst hartelijk, 1 jaar ouder dan Gert en deze week was ze jarig al liet ze het pas aan het eind van de dag weten. Typisch! Te druk met alle andere dingen om haar eigen verjaardag te onthouden en te nobel om verjaardagswensen in ontvangst te nemen.
Vanaf het eerste moment klikte het dus. Maar vanaf het moment dat ik me vertoonde in de Centre heeft ze me ineens bij de arm genomen om me op te leiden. Ze was er erg op gebrand me in te schakelen als collega om het werk te verdelen en om samen problemen op te lossen en achterstal in te halen. Zonder er gras over te laten groeien heeft ze me meteen vanaf het begin ondergedompeld en me alles uitgelegd. Nu zijn we dus collega’s en werken we perfect samen. Ik tel mee de omzet van de dag, schrijf de boeken in, vul loonfiches in, verdeel de salarissen, … het vertrouwen is groot, mijn respect is des te groter.

Ma’ Do is de afkorting van “Madame Dorothée”, een titel van respect dus. Alle verpleegsters en verplegers spreken haar zo aan. Zoals ze t Suz aanspreken met “Ma soeur”. Ik hou het op “t Suz” en “Doro”. Als ik « Ma’ Do » zeg, dan moet ze altijd heel hard lachen. Maar als ik over t Suz praat dan zeg ik wel altijd ‘la soeur’.

Doro is ook moeder van 4 kinderen; Francis (18), Roberto (11/12), Ngono (9) en Gorety (2,5).
De meisjes zien we regelmatig en zijn echte schatjes, de jongens zijn al sinds enkele weken op vakantie naar de grootouders en hebben we dus niet ontmoet. Oh,ja, schoolvakantie duurt hier goeie 3 maanden! Goed om alles van het vorige schooljaar weer helemaal te vergeten…

‘t Is een straffe madam, die Doro! Moeder, echtgenote, werkneemster, geangageerd in de kerk o.a. als lector, vertrouwenspersoon voor velen, harde werkster op het veld, rechter hand van t Suz, …
Ik heb echt bewondering voor haar maar vind het ook enorm aangenaam hoe ze me hier ontvangen heeft en me mee neemt in haar bezigheden en dagelijks leven. Ze is enorm gastvrij en open. Het is heel fijn om hier iemand te ontmoeten als haar. Als we naar het veld gaan babbelen we over vanalles, ze legt gewoontes van hier uit en vraagt me naar dingen uit Europa. We kletsen regelmatig en vooral… we lachen veel! :-)

woensdag 23 juni 2010

Au travail!

Ik ben hier dus niet op congé...!

Tijdens de eerste week hier in Batouri, toen zusters Lieve en Liesbeth hier nog waren werden we met vieren rondgeleid in de Centre de Santé door ons aller "Ma Do" (Maman Dorothee, een titel van respect). Het was niet nodig geweest haar voor te stellen want ik herkende haar direct van de foto's van onze Gert toen hij hier voor de eerste keer kwam. Dorothee dus, een super straffe madam, maar daar kom ik later op terug.
Eerst de Centre de Santé. tja, een gezondheidscentrum dus. In heinde en verre niet te vergelijken met een hospitaal of verzorgingshuis van bij ons te vergelijken. Daarentegen wel broodnodig hier en zeer goed werkend. t Suz kan en mag absoluut fier zijn wat er hier gerealiseerd wordt en hoe dit centrum goed funcioneert. Absoluut mee haar grote verdienste, al moet ook absoluut gezegd dat het personeel uiterst gemotiveerd en betrouwbaar is. Stuk voor stuk fijne mensen die ik dus elke dag beter leer kennen want de Centre is sinds maandag 14 juni mijn vaste werkplek. Na 1 proefdag op woensdag 9 juni was de kogel door de kerk en werd ik door Dorothee (Doro) goedbevonden als haar assistente. Vanaf het eerste moment klikte het tussen ons. Zeer fijn! Al heeft ze me daarom zeker niet gespaard. Meteen van dag 1 werd ik ondergedompeld in het volle leven van de Centre.
"Het leven zoals het is... Centre de Santé Catholic Batouri" deel 1
Waar het op neerkomt is dat ik opgeleid word om de stock Pharmacie op te volgen en om de leveringen aan de 'Paharmacie Distribution' en 'Pharmacie Garde' van de Centre aan te vullen en hen medicatie te leveren na bestelling. Een dagelijkse bezigheid.
Stel je voor, een absolute leek qua medicatiekennis (heb ik ooit al 3 verschillende pilletjes op een rij gezien?) en alles in het Frans. Mijn hoofd heeft enkele dagen afgezien want Doro ging ervoor. Ik zou het snel onder de knie hebben en snel haar rechter hand worden! Ondertussen mag ik van mezelf toch al zeggen dat het me al aardig lukt. Doro is wreed content ;-) Zo overtuigd zelfs dat ze opperde om me tijdens de 3 weken vakantie (begin juli) van Honorine, onze apothekeres, haar taak te laten overnemen?! Maar wat doe je dan als je wat meer uitleg moet geven over een bepaald medicament, bovendien nog in het frans of misschien in Fufunde tegen een Bororo...?
Allee, genoeg vertrouwen dus en veel contentement over mijn hulp maar ze moeten nu ook weer niet overdrijven hé :-)
Vandaag hebben t Suz, Dorothee en ik echter even besproken dat ik voortaan niet zal werken in de Centre op donderdag-, vrijdag- en zaterdagnamiddag. Zodat ik voor mezelf wat tijd heb om aan mijn naaimachine te zitten. Mijn eerste stuk is trouwens klaar sinds vandaag: een echte afrikaanse panje volgens het patroon van t Suz haar panjes (designed by mijn MAMA!).

Un jour de travail
t Suz & Zuster Frieda staan dagelijks om 5u op voor het gebed en gaan aansluitend om 6u15 naar de eucharistie.
Mijn pogingen om om 6u op te staan en eerst een halfuurtje te mediteren, vallen meestal in duigen. 6u45 lukt wel om aan de dag te beginnen. Even na zevenen gaan we met z'n allen aan tafel en eten we echt frans brood met nog steeds de lekkere Belgische kaas die de zusters meebrachten (een hele bol!)
Tegen 8u tenlaatste vertrekt t Suz naar de Centre. Ik heb ondertussen al door dat Doro dan nog niet gearriveerd is omdat ze 's ochtends al naar de markt gaat, haar huishouden in orde brengt en klaarstaat voor gezin en familie. Na het ontbijt mediteer ik dus een halfuurtje, vul ik mijn drinkbus en stap ik naar de Centre, de buren.
Tot 13u zijn we druk in de weer. Ik onder andere om te leveren aan de pharmacie distr., nadien stock-fiches in te vullen en wanneer Zypora van het onthaal langs komt haar het nodige kleingeld te wisselen. Tussendoor zijn er duizendeneen kleine dingetjes en het ene bezoek na het andere. Zodra de deur van t Suz's bureau openstaat, passeert de ene na de andere. t Suz, Doro en ik zitten met drie in 2 kleine kamertjes van maximum 4 op 4. De voorste kamer met venster is het bureau, de tweede kamer is vanaf nu mijn rijk, de stock pharmacie (zonder venster).
Tijdens de middag gaan t Suz en ik over huis om te komen eten ('s middags en 's avonds warm eten). Na een uurtje gaan we weer aan de slag. Tegenwoordig eten we 's middags met een hele groep, ook Dr. Tsafack en enkele medewerkers van het project waartoe de Centre behoort, wij 3 belgen en de 2 zonen van de dokter.
De namiddag is wat korter al hebben we tijdens "mijn opleiding" geregeld doorgewerkt tot 17 à 18u. Dat was wat teveel, maar nu gaat het dus beter en kan ik tussen half vier en vier stilaan huiswaarts keren om wat te rusten of te naaien. Dat doet me echt goed! Morgen dus een ganse namiddag voor mezelf. Ik kijk ernaar uit!
Om 19u schuiven we nog eens aan tafel, dan is het zoals 's morgens met ons vijfjes. Wij drie en de 2 zonen, Hervé en Erico.
Na het avondeten alles opruimen, het eten van de wachters klaarzetten, de flessen water terug vullen aan de filter, alles klaarzetten voor het ontbijt van de volgende dag; gekookt water, tafel dekken,...
En dan ofwel nog wat babbelen, zelden eens wat tv kijken (al interesseert me dat echt niet, maar de zusters kijken soms naar het franse nieuws) of ons wat terugtrekken op onze kamer; lezen, naaien, mailen, yoga...
De avond is zo voorbij want meestal is ten laatste 22u het moment om onder het muskietennet te kruipen. Het warme weer, het vele werken en de nieuwe omgeving eisen voldoende rust. Het valt me soms moeilijk daar evenwicht in te vinden, vooral omdat ik wel gesteld ben op wat tijd voor mezelf. Ondertussen merk ik dat het bijna 22u is. Gauw spring ik dus onder de douche om verfrist te kunnen gaan slapen. Laten we hopen dat het vannacht nog eens stevig regent zodat we kunnen genieten van een koele nacht.

Bonne nuit à tous!
et à la prochaine...

hou jullie vooral niet in jullie belgische verhalen te vertellen ;-)

maandag 21 juni 2010

Comment ça se passe?

Les impressions…
En het begon met een afrikaanse mis op sacramentsdag in de kathedraal van Batouri vlak over ons huis.
Het type mis met nog heel veel misdienaars en helpers en voorgangers en lectoren en een priester in een opvallende stola, het grote werk dus. Dat moet geleden zijn van in mijn kinderjaren. We zijn maar net op tijd en schuiven redelijk achteraan een rij in, een bank vol blanken dus. Toch zijn we lang de laatsten niet. Tot meer dan halverwege de eucharistieviering schuiven er nog steeds mensen bij op de banken. Blijkbaar een van de verklaringen waarom een misviering in Afrika zo lang duurt, omdat de mensen van ver komen en het dus voor een uurtje of drie kwartier niet de moeite is om af te komen. Maar ook om wat later te kunnen arriveren en toch nog een deel van de mis mee te kunnen meemaken. Iets meer dan 2 uur, een record!
Terwijl we binnenkomen wordt de marimba bespeelt (Afrikaanse xylofoon) nadien zet het koor in. Meteen de enthousiaste Afrikaanse toon gezet. Al blijft het al bij al nog ingetogen. T Suz zegt dat in Congo de missen veel uitbundiger zijn. Deze is alleszins al heel wat levendiger dan bij ons. Tijdens de preek betrekt de priester – père Robert, congolees – de kerkgangers door hen vragen te stellen. Na de mis loopt er zelfs ter gelegenheid van sacramentsdag een processie door de stad.
Ik weet niet goed wat ik er allemaal van moet vinden. Anders dan bij ons. Beter? Geëngageerder? Toegewijder? Geloviger? Belerender? …?

Batouri is echter een smeltkroes van culturen. De meerderheid zijn moslims. Verder zijn hier ook protestanten en aanhangers van de meest uiteenlopende kerken, full gospel, zionist church,… ik ken de namen niet meer in ’t Frans. Bovendien leven hier in het Oosten ook de Baka of pygmeeën en zien we hier heel veel Borroro’s, vroeger een nomadenvolk dat vanuit Oost-Afrika tot in Kameroen is gekomen en zich hier stilaan begint te settelen. Ze zijn makkelijk herkenbaar want ze hebben heel ander gelaatstrekken, geen typisch negroïde neus maar scherper en ook lange en slanke mensen. Een Nijlvolk, zo blijkt. Ze spreken Fufundé, een taal die hier niet gekend is en ze zijn het Frans vaak helemaal niet machtig. Velen komen naar de Centre de Santé voor verzorging maar dat blijkt toch helemaal niet altijd zo makkelijk door het taal- en cultuurverschil.

Batouri is een echte afrikaanse stad(je). Geen asfaltwegen. al wordt er hier eindelijk wel aan 1 gewerkt en is die sinds we hier gearriveerd zijn al aardig opgeschoten. maar dat neemt niet weg dat alle andere wegen vol putten en bulten zitten die met de hevige regens nog verder uitslijten. een belevenis met de 4x4!
We zijn hier in het Oosten van het land gesitueerd en dat wil zeggen dat het hier veel armer en meer basic is dan bijvoorbeeld in Douala of Yaounde. De mensen wonen in kleine zeer vaak armtierige huizen en beschikken vaak niet over lopend water en electriciteit. Al is Batouri wel een plek van tegenstellingen want bijvoorbeeld de werknemers van de Centre de Santé zijn wel mensen die vooruit willen en er ook hun best voor doen. Ze werken na hun vaste job nog hard op hun veld om groenten en fruit te verbouwen of ze verkopen nog producten op de markt.
De markt hier doet me terugdenken aan Senegal & Gambia, mijn eerste reiservaring in Afrika. Niet te vergelijken met bij ons. Een wirwar van kraampjes die dagelijks volgeladen worden en bij zonsondergang weer verlaten worden. Een afrikaans openlucht warenhuis. Alles te vinden, zij het dan zeker niet in luxe uitgave. Ik ben er nog maar een keer geweest om de studente, die bij t Suz woont tijdens het schooljaar, te vergezellen bij de aankoop van enkele nieuwe rokken en T-shirts. Ze wordt in Djouth (haar thuis) voornamelijk opgevangen door Poolse zusters. Haar ouders zijn beiden gestorven, waarschijnlijk aan de "wereldziekte". Deze zusters willen dat ze "ordentelijk" gekleed gaat. dus stuurde t Suz me op pad om met haar te gaan 'shoppen'. Met een puber! vergezeld door haar vriendinnetje. Wat een attractie op de markt en de prijzen swingden de pan uit. Eens een blank vel gesignaleerd worden de prijzen verdrie- soms viervoudigd. Degoutant! ik ben ook niet zo'n gedreven marchant. Soit, we hebben het overleefd. Edwige was precies toch content met haar nieuwe aanwinsten en ik hoopte maar dat de aankopen zouden voldoen aan de zusters hun standaard... Het geld dat t Suz ons gegeven had was allemaal op. Blijkbaar niet de bedoeling maar nodig om met het gevraagde aantal stuks thuis te komen. Goed in't zak gezet dus.

Les rencontres…
Terwijl de uitgebreide delegatie Belgische zusters hier is, dringt natuurlijk een bezoek aan de bisschop zich ook op. Wij wonen in de “katholieke quartier” van Batouri. (eens wat anders dan de Quartier Latin van Antwerpen) Over ons de kathedraal, daarnaast de parochiezaal en via een doorweg kom je bij de bisschopswoning en de kantoren en vergaderzalen er rond. Verwacht geen Vaticaanstadachtige taferelen. Alles zeer Afrikaans, nobel, sober maar met de nodige katholieke flair. Voor mij nog altijd een speciale leefwereld maar het hoort erbij als je tante nonneke komt helpen.
De bisschop dus. Monseigneur Faustin. Het is hij, of zijn discipel eigenlijk, die me mijn “certificat d’herbergement” maakte voor de aanvraag van mijn visum. Een uitnodiging die ik nodig had om te bewijzen waar ik 3 maanden zal verblijven, aangezien ik geen hotelboeking of dergelijke kon voorleggen. Het is een statig man die langzaam en gedecideerd spreekt. Hij heeft, denk ik, het hart op de juiste plaats en wil voor zijn gelovigen en de andere inwoners van Batouri een goede gezondheidszorg en degelijk onderwijs. De prioriteiten voor het bisdom zijn sensibilisering en onderricht. En natuurlijk graag ook nieuwe zielen werven en hopen op meer roepingen in Batouri, bij uitbreiding Kameroen. (wat er in België/Europa niet meer gerecruteerd kan worden, hopen ze in Afrika op de been te krijgen zeker?)

Batouri heeft natuurlijk meerdere katholieke kerken. Père Toussaint is priester van de naburige parochie Saint-Martin. Een uiterst joviaal man, goedlachs en congolees. Een goede vriend van t Suz, maar ja wie nu ook niet? :-)
Hij komt hier geregeld eens langs of schuift mee aan tafel en ondertussen zijn we al enkele keren bij hem uitgenodigd om te komen eten. Onlangs stond er schildpad op het menu, hier voor sommigen een delicatesse, voor anderen een taboe. t Suz likte haar duimen en vingers af. Ik ben hier al bekend als de vegetarienne die ook soms vis eet. Oef! Gelukkig gered van dit avontuur.

Nog een uiterst interessant persoon is Docteur Zafack. Ook een persoonlijke vriend van t Suz. Coördinerend dokter van de centres de Santé in Oost-Kameroen. Hij woont met zijn familie in Yaounde maar verblijft het gros van de tijd hier in Batouri. Zijn vrouw, Colette, is docente aan de normaalschool in Yaounde. Samen hebben ze 5 kinderen; Vanessa & Arsène, de tweeling (18) en enige meisjes, dan Patrice (15/16), Hervé (13) en Erico (10), de junior. Momenteel zijn de 2 jongsten meegekomen naar Batouri en logeren ze al een hele week bij ons. Wanneer Colette na de examens en de afsluiting van het schooljaar naar Batouri komt, zal de familie herenigen in het huis van de dokter. De 3 oudsten blijven echter in Yaounde. De meisjes voor hun universiteitsexamens die langer duren en zelfs eentje voor tweede zit. De ene studeert rechten de andere talen. En Patrice bereidt zich met testen en ‘concours’ voor op de universiteit. Hij behaalde zijn staatsdiploma van de humaniora (A2 zeker, of wat is dat bij ons?)

woensdag 16 juni 2010

Soyons nous bienvenues

Chers amis,

Waar zal ik beginnen?
Ondertussen zijn we bijna 2 weken verder.
Ik heb vandaag in de Centre de Santé (C.S.) gewerkt en ben vroeg thuis omdat er momenteel vergadering is met de coördinateur. Geen vergaderingen voor mij deze 3 maanden, de personeelsvergadering in het Cultureel Centrum van Aartselaar heb ik deze morgend ook aan me voorbij laten gaan. ;-)
Hier zit ik dus. Eindelijk achter mijn computer (mag de tweede van Zr. Frieda lenen om mijn blog bij te houden), op mijn kamertje. Het regent heerlijk buiten.
Nooit gedacht dat ik zo’n fan van regen zou worden. Het is hier warm, heet. De regen koelt dus lekker af. Ik zit wel heel veel binnen maar daar wordt het even broeierig en het duurt nog langer eer de verfrissende koelte onze vertrekken bereikt.
Mijn kamertje; 4 op 5 met een lavabootje en een douche, een kleerkast, mijn bed mét muskietennet - dus bijna zo gezellig als thuis, maar hier alleen in bed :-( -, een schrijftafeltje en een tweede bed dat dienst doet als stockage plek: spullen van t. Suz aangevuld met een deel van mijn bezittingen.
Heel eenvoudig maar gezellig, van mij, beetje ingericht. Een plekje om me rustig terug te trekken tussen mijn leesboeken, tijdschriftjes, yogamat, naaimachine, …
Ik heb zonet een lange broek aangetrokken want met mijn benen onder tafel ben ik een heerlijke prooi voor steekgrage muggen en ander avontuurlijk ongedierte. Het gekke is dat ik er altijd stevige beten aan overhoud vlak na de aanval. Nadien verkleinen ze, kriebelen ze lang en na 5 dagen verdwijnen ze stilaan. Het goede nieuws; kriebelende muggenbeten zijn niet van malariamuggen. Laat maar komen dus! ;-)
Schijnbaar is de incubatieperiode van malaria 2 weken, ik zal het dus vanaf volgende week pas kunnen ondervinden, mocht ik toch al overmeesterd zijn door een stiekemerd. Maar ik neem plichtsbewust 3 maal daags mijn 2 druppeltjes eucalyptus en hoop dus ondertussen zo’n reukkanon te zijn voor de malariamugjes dat ze me netjes met rust laten. On vera…
Tja, mocht er wat zijn, ik zit bij de bron. Ik tel dagelijks dosissen quinine en coartem dus bij een aanval zal ik snel geholpen zijn.

Bon.
Hoe is het begonnen en hoe ben ik hier geraakt?
Jullie zitten vast op een verhaaltje te wachten…

Het allerbegin was de vlucht met Royal Air Maroc, eerst naar Casablanca – Marokko, dan overstappen en verder naar Douala – Kameroen.
Geen enkel probleem, hooguit een halfuurtje vertraging maar alles prima. Tijdens de tussenlanding ontmoet ik een Belg die in Yaounde woont en werkt voor Unesco. Guy blijkt getrouwd te zijn met Lebo uit Botswana. In juli verhuizen ze naar Zimbabwe. Een gezellige ontmoeting en onze verhalen doden de tijd. In het vliegtuig op verschillende plaatsen, scheiden onze wegen. De vlucht is nog niet half bezet dus extra ruimte is een luxe. Een slaapje voor we om middernacht landen verkwikt me. Vol goede moed verlaat ik het vliegtuig en betreed ik Kameroenese grond. Spannend! Een klamme doffe warmte glijdt over me. Douala is heet. De Kameroenese in de Ambassade in Brussel had het me gezegd. Het klopt.
Geen wachtrijen en een snelle paspoortcontrole brengen me al snel in de grote ontvangstzaal waar ook onze bagage op de band rolt. Meteen wordt ik benaderd door 2 bereidwillige Kameroenezen; “dat ik aan deze kant van de band moet komen staan en geef je bagage-ticketje maar,...” Toeval wil dat dit niet mijn eerste vliegtuigreisje is en ik bovendien ook sterk en zelfstandig genoeg ben om mijn bagage uit te zoeken, van de band op mijn trolley te leggen en zelfverzekerd richting uitgang te wandelen. Niet meteen scoren bij de 2 kerels die hoopten een extraatje hieraan te verdienen. Algauw wordt ik begroet door een Kameroenese in douane-uniform; “of ze mijn bagage-ticketje mag zien?” “jij wel”, denk ik bij mezelf, “zolang je me maar geen geld afhandig wil maken”. Niet dus. Als een fluitje van een ‘cefa’ (CFA, munteenheid van Kameroen) loods ik een naaimachine, 2 nieuwe digitale fototoestellen en de rest van mijn bagage mijn nieuwe thuisland binnen.
Gebrand om tante Suzanne te groeten en ontmoeten, rijd ik de grote zaal uit en sta ik buiten, bijna letterlijk op de stoep. Geen nonnetje te bespeuren…???
Enkele snelle Kameroenezen komen ‘la blanche’ een halfuur na middernacht hun nieuwste modellen gsm’s aanbieden, een volgende wil me een telefoonkaart verkopen. Dit alles heb ik echter zelf op zak. Pas de chance, mes amis. Een veiligheidsbewaker komt op me af; “wie ik zoek? En of ik haar best niet even bel?” Geen antwoord… de man vraagt me het telefoonnummer en probeert zelf. Geen reactie. Wacht. Ik heb nog een tweede nummer van t. Suz. “Waar ben je? Ik ben aangekomen. Ik sta buiten bij een veiligheidsbewaker. Binnen? Ik heb je niet gezien!” Luttele seconden later stapt ‘tante nonneke’ het gebouw buiten. “ilsje!!! Welkom!”

Een hete, zonder airco (gelukkig hadden we die op onze sobere kamer bij de paters Spiritijnen in Douala) niet te verdragen nacht later klaar om rond 6u30 te vertrekken naar Yaounde. Vanavond om 16u40 landen zuster overste – Lieve, Missieverantwoordelijke – zr. Liesbeth en nieuwe compagnon voor t. Suz. – zr. Frieda op de luchthaven van Yaounde. Rijden dus.
Als co-piloot ben ik van weinig nut om in de juiste richting de stad te verlaten. Gelukkig zijn we vroeg genoeg vertrokken en begint het mierennest nog maar stilaan in actie te komen. We kunnen dus nog makkelijk manoevreren en onze directie nu en dan bijsturen. Volgens eenieder die op dit vroege uur al op pad is en we de weg vragen, ligt Yaounde in een andere windrichting maar de meesten zijn het wel roerend eens dat het ‘tout droit’ is. Gelukkig herkent t. Suz enkele punten in de stad. Gelukkig want verder geen enkele pijl te bespeuren. Eens de stad uit is het effectief altijd rechtdoor en doorklieven we een mooi groen landschap dat om de enkele kilometers langs de weg bezaaid ligt met huisjes, stalletjes en bedrijvigheid.
Afrikaanse begroeiing die duidelijk vruchtbaarheid weergeeft een teken van voldoende neerslag en goede bodem. Een groot verschil met de Zuid-Afrikaanse savanne en semi woestijn ten westen van Johannesburg. Voorlopig nog geen al te grote shock. Het is dan ook niet mijn eerste keer op Afrikaanse bodem.
Onderweg veel te vertellen, vragen, uitwisselen, … Gezellig die metekind-meter tijd.
Een croissantje als ontbijt onderweg in Edea.
Rond 10u30 arriveren we in Yaounde bij de Paters van Scheut in de wijk Mvolye. Een groot complex met veel slaapmogelijkheid, tuintjes tussen de chalets (per 4 kamers een gebouwtje), vergaderruimtes, een kapel, het hoofdgebouw met de eetzaal. Het lijkt hier een beetje op een religieuze Centerparks Basic (ofte 1 ster* voor het stromend water en de electriciteit). Vanop het hoogste balkon in het achterste gebouw is er een mooi zicht over Yaounde. Mvolye ligt op een heuvel net ietsje lager dan de basiliek van Yaounde. Een Scherpenheuvelgevoel overvalt me.
We zijn heel goed op tijd gearriveerd. Tijd om de 4x4 uit te laden en uit te kuisen. Overal stof! Het heeft dus nog niet genoeg geregend. ’s Middags eten we met de Paters. Het zijn er veel want momenteel is er meeting met alle paters uit Kameroen en Senegal. We ontmoeten onder andere Jan Reinebeau die werkzaam is in het Noorden van Kameroen en waarbij Gert en Veerle (mijn broer en schoonzusje) op bezoek gingen tijdens hun trip doorheen West-Afrika. Hij is meteen geïnteresseerd en vraagt me naar hen. Ook père Toussin, de priester van de naburige parochie in Batouri is nu hier in Yaounde. Een congolees met een roeping in Kameroen.

Na een deugddoende siesta, tesamen in het dubbel bed met t. Suz maken we ons klaar om de 3 zusters te gaan ophalen in de luchthaven Nsimalem. We doorkruisen Yaounde, een bruisende, levendige stad. Niet zo westers als Johannesburg, verre van. De moto’s zijn hier een attractie. Niet zo luidruchtig als bij ons, daarentegen wel ongekende waaghalzen… ongeloofelijk en best heel onvoorspelbaar voor de rest van het verkeer. Over het algemeen vallen de straten en het wegdek mee, al moeten we nu en dan slalommen voor stevige kraters in de weg. Bij regenweer staan deze helemaal blank en zie je ze niet. Uiterst gevaarlijk! Maar t. Suz zou geen missionaris zijn, mocht ze geen schitterende chauffeur zijn. Minutieus ontwijkt ze alle putten.
In de luchthaven moeten we langer wachten dan voorzien omdat de vlucht bijna 3 kwartier vertraging heeft. Nog wat meer meter-metekind tijd. De laatste in de komende week want dan moet de aandacht verdeeld onder 5.
De vertraagde aankomst is hartelijk en opgelucht. Volgens mij is reizen en bij benadering vliegen niet de favoriete hobby van de zusters…?
Al snel zit de koffer van de 4x4 behoorlijk vol. Later zal blijken wat er allemaal verstopt zit in de zware valiezen van de Belgische nonnetjes.
Bij ons vertrek vanuit Yaounde naar Batouri ontdekken we ook hoeveel we eigenlijk wel te laden hebben; grote, zware valiezen, een rugzak, aankopen voor de C.S., nog veel meer andere spullen… Al snel blijkt dat de koffer eigenlijk veel te klein is. Bij onze terugkeer volgende week zullen we nog heel wat moeten meenemen. Frieda en ik proberen de olifant toch in de frigo te krijgen en puzzelen tot de allerlaatste gaatjes gevuld zijn maar de deur nog net dicht kan. Niet meer bewegen en niet te diep ademen…
Rond 9u, na het grote puzzelwerk, begint de tocht naar Batouri. De reis verloopt vlot. Zoals gezegd is t. Suz een goeie chauffeur. Tot een stuk voor Bertoua hebben we macadam. Dat gaat dus als vanzelf. Onderweg wordt veel verteld. Zr. Frieda en Zr. Liesbeth hebben beiden in Zuid-Afrika missiewerk gedaan. We hebben dus een gemeenschappelijk onderwerp om over uit te wisselen. t. Suz leert ons over Kameroen; gebruiken, volkeren, stammen, talen, plaatsen,… veel om in 1 keer te onthouden maar het zal ons beetje bij beetje wel gaan lukken.
Ettelijke reisuren later met menig hobbel en bobbel tijdens het laatste uur zonder macadam, arriveren we in Bertoua. Deze keer is het niet de neveu maar la niece qui est de retour. Maar het mag gezegd, de aandacht gaat eerder naar la mère générale en la nouvelle accompagnère van t. Suz. We worden hartelijk onthaald en mogen aanschuiven aan tafel. De zusters van Bertoua zijn schatjes! Allen of bijna allen zijn congolese. Ze noemen t. Suz ook ‘tante’ omdat zij vinden dat zij als Belgische tante is van hen congolezen. Mooi om horen en zien.
De ontmoeting is echter heel kort want de reis moet nog verder gezet. Vanaf nu enkel nog slechte weg tot in Batouri. Ooit zal het er van komen dat de goede weg wordt doorgetrokken tot hier maar daar is nog niet iedereen van overtuigd (“we hebben geen auto, dus hebben we ook geen goede weg nodig” …En de bus die wat comfortabeler kan rijden? Al over nagedacht?!) en het geld is er waarschijnlijk ook nog niet. Soit, we moeten er over.
Voor het donker (18u30) en vlak voor de regen arriveren we thuis in Batouri, +- 17u. Applaus voor onze chauffeur!
Het ontvangstcomité staat ons op te wachten.
Christophe de kok, Djana / Jacob de gouden duivel-doet-al, Maman Marie huishoudhulp en tuinierster met haar zoontje Michelle, Edwige de studente, Chamberlin de ex-bewoner.

Soyons nous bienvenues! Een warm en hartelijk onthaal met bloemen voor moeder overste en versieringen in huis.
We zijn thuis.
Nu kan het beginnen…

zaterdag 12 juni 2010

Bien arrivée

bij gebrek aan tijd, internetverbinding en vrije avonduren heb ik tot op heden nog niets kunnen publiceren op mijn blog.
tot op vandaag dus, want het regent! uitgerekend de weersomstandigheid die ik thuis verafschuw, redt me nu voor verdere vertraging en verwaarlozing van publicatie. het moet zo zijn...
als ik spreek over regen, dan bedoel ik niet de miezerige flutneerslag die gemiddeld 9 maanden per jaar uit onze belgische hemelen neerdaalt. ik bedoel dan een stortbui van formaat waar elk zichzelf respecterend wellnessliefhebber aan denkt wanneer hij/zij onder de massagestraal van de ultramoderne jumbojet doucheinstallatie staat.
enfin een victoria fall over de stad, een alles wegspoelende "drash" om het op z'n antwerps te zeggen.
heerlijk! tenminste als je het nu en dan zo warm hebt dat je met heimwee terugdenkt aan onze afgelopen winter. :-)
opgelet! hier gaan we weer, nog niet op volle kracht maar de sluizen zijn weer open.

en tous cas...
ik zit hier dus eindelijk eens aan een (werkende) computer in mvolye een wijk van yaounde waar de paters van scheut hun centrum hebben.
mijn plan is vanaf maandag grondig aan de slag te gaan met uittypen van gebeurtenissen van de eerste week en verder wekelijks te publiceren (naargelang de toegang tot het internet).

superkort samengevat:
alles gaat goed met me.
de eerste week was makkelijk en moeilijk tesamen.
door het bezoek van zuster overste en de missie overste waren we nog een hele week met 5 belgen, dus was de overstap nog niet extreem. een hele week met 5 op stap is echter toch behoorlijk inspannend.
voor het ogenblik zijn tante suzanne (t suz), zr. frieda en ik nog in yaounde. gisteravond hebben we de 2 zusters uitgewuifd op de luchthaven. vandaag was nog een boodschapdag nu we toch eens in de stad zijn. morgenvroeg vetrekken we terug naar batouri.

dus, chèrs amis, "j'espère" dat in batouri alles goed gaat met het internet en er niet te vaak "coupure" van de electriciteit is en dan krijgen jullie zo snel mogelijk mijn eerste indrukken te lezen!

in de hoop dat alles bij jullie goed gaat, wens ik jullie het beste voor de verkiezingen van morgen. laat ze een poepie ruiken!

à bientôt!
je vous embrace très fort

donderdag 29 april 2010

Kameroen


Wensen zijn voorgevoelens van hetgeen je in staat bent daadwerkelijk te realiseren. (Goethe)

Mus spreidt haar vleugels binnenkort nogmaals over het afrikaanse continent.
In Kameroen strijk ik 3 maanden neer.
(juni - juli - augustus)

Mijn tante én meter én nonneke woont en werkt ongeveer 10 jaar in Batouri - Kameroen (daar voor bijna 20 jaar in Congo).

Als kleine meid beloofde ik haar al dat ik haar zou gaan bezoeken en mee zou helpen bij haar bezigheden. Ze is verantwoordelijke voor het ziekenhuis en coördineert de bouw van enkele kraamklinieken in de regio.
Nu is het dus zo ver! Ik ga vertrekken. Wat me allemaal te wachten en te doen staat, weet ik nog niet.
Eén ding is zeker, de mus-naaimachine gaat mee!

vanaf 3 juni meer avontuurlijk nieuws...